Snel piepen =
Continue toon =
te hoog/terug
'op de lijn'
nl
Langzaam piepen =
te laag/vooruit
8
6. Functies
6.1 Optische aansturing
Weergave hoogteverschil
De pijlen geven aan of de receiver te hoog of te laag ten
opzichte van de laserstraal staat. De middelste streep
geeft de 'op de lijn'-stand van de receiver aan.
In de led-modus geven bovendien 3 gekleurde led's de
positie aan.
6.2 Akoestische aansturing
Met de toets 'Akoestische aansturing' wordt de akoestische
aansturing in-/uitgeschakeld. Een toonhoogtewijziging geeft
aan dat deze standen zijn overschreden.
Als de 'op de lijn'-stand exact is bereikt, wordt dit met een
continue toon bevestigd.
6.3 Opstelling en uitrichting van de receiver
Neem de aanwijzingen in acht om een correct meetresultaat
te bereiken:
Aanwijzing:
Op korte afstanden van ≤ 4 m kunnen door reflecties ver-
keerde metingen worden veroorzaakt. Het meetresultaat
over korte afstanden moet altijd op plausibiliteit worden
gecontroleerd!