•
Verzeker u ervan dat het werkterrein voldoende verlicht is
om een veilige werkomgeving te creëren.
•
Verplaats de machine niet wanneer de zaaguitrusting
draait.
•
Let erop dat u tijdens het werken altijd op een veilige en
stabiele ondergrond staat.
•
Controleer of er geen leidingen of elektrische kabels
lopen in het gebied waar u gaat slijpen.
•
Let op dat u de luchtslang achter u houdt als u de machine
gebruikt, zodat de leiding niet beschadigd kan raken.
Zagen
WAARSCHUWING! De veiligheidsafstand
!
voor de doorslijpmachine bedraagt 15 meter.
U bent verantwoordelijk dat er geen dieren
en toeschouwers binnen het werkterrein
zijn. Begin niet te zagen voor het werkterrein
vrij is en u veilig staat.
Algemeen
•
Begin te zagen met de motor op maximale toeren.
•
Hou de machine altijd met beide handen stevig beet.
Duimen en vingers moeten daarbij rond de handgrepen
worden gehouden.
WAARSCHUWING! Als men teveel wordt
!
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden bij
personen die een slechte bloedcirculatie
hebben. Consulteer uw dokter wanneer u
symptomen heeft die daarop wijzen. Zulke
symptomen zijn: slapende vingers e.d., geen
gevoel, "kriebelend" gevoel, "speldeprikken",
pijn, geen of weinig kracht, huidverkleuringen
of veranderingen van het huidoppervlak. Deze
symptomen hebben meestal betrekking op
vingers, handen of polsen.
Zaagtechniek
De hieronder beschreven techniek is algemeen. Controleer
de gegevens van elk zaagblad op de eigenschappen
(diamantzagen hebben bijv. minder voedingsdruk nodig dan
slijpbladen).
•
Ondersteun het werkstuk zo dat te voorspellen is wat er kan
gebeuren en dat de zaagsnede tijdens het zagen op blijft.
•
Controleer dat het zaagblad niet in contact staat met
andere voorwerpen als u de machine start.
•
Zaag altijd op maximale toeren.
•
Begin langzaam te zagen, laat de machine het werk doen
zonder het zaagblad te dwingen of in het werkstuk te
drukken.
8 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Voer het zaagblad langzaam heen en weer om een klein
contactoppervlak te krijgen tussen zaagblad en het
materiaal dat moet worden doorgezaagd. Zo houdt u de
temperatuur van het zaagblad laag en kunt u efficiënt zagen.
•
Breng de machine naar beneden in lijn met het zaagblad.
Druk van de zijkant kan het zaagblad kapot maken en is
zeer gevaarlijk.
•
De beschermkap voor de zaaguitrusting moet zo zijn
ingesteld dat de achterkant tegen het werkstuk steunt.
Spatten en vonken van het doorgezaagde materiaal
worden dan door de beschermkap opgevangen en van de
gebruiker weggeleid.
WAARSCHUWING! Zaag nooit met de zijkant
!
van zaagblad aangezien het zaagblad
hierdoor zou kunnen beschadigen of breken,
met persoonlijk letsel tot gevolg. Gebruik
alleen het snijvlak.
Draai de doorslijpmachine niet opzij, dit kan
ertoe leiden dat de schijf vast komt te zitten
of breekt met menselijk letsel tot gevolg.
Vibratie in de zaagbladen
Het zaagblad kan zijn rondheid verliezen en trillen wanneer te
veel invoerdruk wordt gebruikt.
Een lagere invoerdruk kan het trillen opheffen. Vervang
anders het zaagblad. Het zaagblad moet bedoeld zijn voor
het materiaal dat moet worden doorgezaagd.
Maatregelen die terugslag voorkomen
WAARSCHUWING! De terugslag kan
!
bliksemsnel, plotseling en krachtig zijn en
kan ertoe leiden dat de slijpmachine en het
zaagblad tegen de gebruiker slaan. Als het
zaagblad draait als het de gebruiker raakt,
kan dit tot ernstige en zelfs dodelijke
verwondingen leiden. Het is van belang te
begrijpen waardoor terugslag wordt
veroorzaakt en hoe terugslag kan worden
voorkomen door voorzichtig en op de juiste
manier te werken.