Gebruiksaanwijzing
MC 785
6.
Voeler calibratie
Met de parameters P22 en P23 kunnen de voelers worden gekalibreerd. Wijst een voeler bijvoorbeeld
0,2C te veel aan, dan moet de bijbehorende offset-parameter op 0,2C lager worden ingesteld.
7.
Alarmeringen
Het alarm relais is in rust opgetrokken en valt bij een alarm af. Hierdoor wordt ook alarm gegeven als
de voedingsspanning wegvalt. Tijdens alarm knippert de alarm LED op het front. Afhankelijk van de
Interne Parameters zal de regeling stoppen of doorgaan.
Een alarm kan veroorzaakt worden door:
- Geen regelvoeler aanwezig (E1)
- Voeler defect (F1 of F2).
- Een voeler geeft een minimum of maximum alarm (Lo of HI).
- Externe alarmingang (EC).
Door op de SENS toets te drukken wordt het alarm relais gereset. De foutmelding blijft gedurende de
fout in het display knipperen. Ook zal de alarm LED blijven knipperen.
Temperatuur alarm:
LO = Minimum alarm
HI = Maximum alarm
Geen regelvoeler:
E1 = Geen regelvoeler aanwezig
Voeler storing:
F1 = Voeler 1 defect
F2 = Voeler 2 defect
Digitale ingang:
EC = Extern ingangscontact aktief
Document nr. : 991816
Klant : Algemeen
EASY
Versie : V1.1
Pagina : 10 van 15