3. Maak het verbindingsstukje los en haal de batterij uit het verbindingsstukje
(zie Afbeelding 2.3).
4. Vervang de batterij. Plaats het verbindingsstukje en de batterij terug op hun
plaats (zie Afbeelding 2.4).
5. Schuif het batterijklepje weer op zijn plaats (zie Afbeelding 2.5).
6. Controleer of het klepje goed gesloten is (zie Afbeelding 2.6).
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
11