Montagevoorbereiding
Let op de montage hoogte en
lengte van de kabel
Aanbevolen montagehoogte cameramodule
(artikelnr. 5561 00) resp. displaymodule
(artikelnr. 5567 00) in acht nemen.
Kabeldoorvoer voor aansluitleiding nooit op
de hoogte van deze modules plannen!
Aanbeveling: Onderste kabeldoorvoer bij
verticale montage gebruiken.
De aansluitleiding mag max. 1,5 keer zo
lang zijn als de gebruikte opbouwbehuizing.
Artikelnr. 5561 00 / 5567 00
1
1
1,5 m
Montage
De video voor de montage vindt u hier:
1.
1. Boorsjabloon met de markeringen voor de
kabelinvoer overeenkomstig de montagewijze
(horizontaal/verticaal) uitlijnen en boorgaten
markeren. Het bijgevoegde
bevestigingsmateriaal is niet geschikt voor
warmtekoppelsystemen!
2. De afdichtingskappen voor de kabeldoorvoer
niet verwijderen.
2.
Een opening (A) voor kabelinvoer selecteren en
1
met een rond voorwerp (geen kruissnede)
erdoorheen steken. Nooit het membraan (B)
gebruiken voor kabelinvoer!
Aansluitkabel volledig door de gekozen opening
leggen en opbouwbehuizing monteren.
Als de afdichtingskap bij de montage loskomt:
afdichtingskap weer aanbrengen en
controleren of deze goed bevestigd is, om de
dichtheid te waarborgen.
180°
3.
Stop wandschroefbevestiging stevig in de gleuf
drukken en controleren op correcte positie.
Bej gebruik van andere soorten schroeven:
de schroefkoppen mogen niet uitsteken.
4.
Ommanteling van de aansluitleiding zo dicht
mogelijk bij de afdichtingskap strippen (zie pijl).
Het gestripte deel van de aansluitleiding mag
niet achter de afdichtingskap liggen, omdat de
dichtheid dan niet kan worden gewaarborgd.
„TOP"
B
A
5.
„TOP"
Modules in functiehouder plaatsen
(TOP-markering in acht nemen) en vergrendelen
(slot schroeven-draaiers 4 x 0,8 mm). Zie voor
gedetailleerde informatie over de modules de
gebruiksaanwijzing van de afzonderlijke modules.
6.
2x2
Eerst de afsluitweerstanden en dan de
systeemkabel aansluiten. Altijd een
afsluitweederstandop de eerste en laatste
module van de systeemkabel steken.
Steckercodierung beachten!
7.
Aansluitkabel op lengte maken en verbinden
met steekklem (A). Steekklem 180° draaien (B)
en aansluiten op de aansluiting van de spraak-
of deurstationsmodule.
Geen bruggen tussen BUS en ZV
Op het module mogen geen bruggen worden
aangebracht tussen BUS en ZV. Het module
detecteert automatisch of een aanvullende
voedingseenheid is aangesloten.
4x
ZV
BUS
A
B
180°