Inhoudsopgave
Advertenties
12 Ga naar de registratiemodus
Houd de OK-knop op de regelmodule ongeveer 3 seconden
ingedrukt, totdat de LED van kanaal 1 (of het eerste niet-
geregistreerde kanaal) rood gaat knipperen.
13―15 Een ruimtethermostaat
registreren
13. Een thermostaatkanaal selecteren
1.
Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED knippert rood)
naar het voorkeurskanaal te verplaatsen.
2.
Druk op de OK-toets om het kanaal voor registratie te kiezen.
De LED van het gekozen kanaal gaat groen knipperen.
3.
Herhaal de stappen 13.1 en 13.2 totdat alle kanalen die voor de
ruimtethermostaat geregistreerd dienen te zijn, geselecteerd zijn
(LED's knipperen groen).
LET OP!
Wij raden aan om alle kanalen voor de ruimtethermostaat
tegelijkertijd te registreren.
14. Selecteer een ruimtethermostaat.
RUIMTETHERMOSTAAT T-143 ALS RUIMTETHERMOSTAAT, MET
VERSCHILLENDE FUNCTIES
1.
Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt
en laat deze los wanneer de LED (in de uitsparing boven de
registratietoets) groen gaat knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu
groen branden en de registratie is gereed.
RUIMTETHERMOSTAAT T-144
1.
Houd de registratieknop op de thermostaat met een puntig
voorwerp licht ingedrukt en laat los wanneer de LED boven de
draaischijf begint te knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu
groen branden en de registratie is gereed.
RUIMTETHERMOSTATEN T-141 EN T-145
1.
Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt
en laat deze los wanneer de LED aan de voorzijde van de
ruimtethermostaat begint te knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu
groen branden en de registratie is gereed.
RUIMTETHERMOSTATEN T-146, T-148 EN T-149
Houd tegelijkertijd de knoppen ― en + (T-149 = ▾ en ▴) op de
1.
ruimtethermostaat ingedrukt totdat de tekst CnF(configureren)
en een communicatiepictogram worden weergegeven.
De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu
groen branden en de registratie is gereed.
15. Herhaal stap 13 en 14
Herhaal de stappen 13 en 14 tot alle aanwezige thermostaten
geregistreerd zijn.
16―18 Een systeemapparaat
registreren
LET OP!
Ten minste één ruimtethermostaat dient te worden
geregistreerd voordat u een systeemapparaat registreert.
16. Registratiemodus
Zorg ervoor dat het apparaat in de registratiemodus staat (stap 12).
1.
Gebruik de toetsen < of > om de indicator naar de power-LED te
verplaatsen (rood knipperende LED).
8
|
Uponor Smatrix Base PRO
|
Snelgids
2.
Druk op de OK-knop om de registratiemodus voor het
systeemkanaal te kiezen.
De power-LED knippert volgens het patroon lang aan, kort uit,
lang aan, en de LED van kanaal 1 knippert rood.
3.
Selecteer een systeemkanaal, zie onderstaande lijst.
1 = Touchscreen bedieningsmodule
2 = Niet in gebruik
3 = Ruimtethermostaat Public met buitenvoeler
4 = Openbaar ruimtethermostaat met verwarmen/koelen-
omschakeling door sensorsignaal.
5 = Public ruimtethermostaat met Comfort/ECO-omschakeling
4.
Druk op de OK-toets om het systeemapparaatkanaal te kiezen.
De LED van het kanaal gaat groen knipperen
17. Een systeemapparaat selecteren
Selecteer een systeemapparaat dat overeenkomt met het
systeemkanaal.
BEDIENINGSMODULE I-147
1.
Zet de bedieningsmodule aan en bevestig deze aan de lader.
2.
Volg de startgids in de bedieningsmodule tot aan de registratie.
3.
Druk op Koppel Touchscreen aan regelmodule in de
Startgids of op het Koppeling-menu (Hoofdmenu >
Voorkeuren) om met de registratie te beginnen.
4.
De bedieningsmodule wordt geregistreerd op de regelmodule.
De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu
groen branden en de registratie is gereed.
RUIMTETHERMOSTAAT T-143 ALS SYSTEEMAPPARAAT, MET
VERSCHILLENDE FUNCTIES
1.
Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt
en laat deze los wanneer de LED (in de uitsparing boven de
registratietoets) groen gaat knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu
groen branden en de registratie is gereed.
18. Herhaal stap 16 en 17
Herhaal de stappen 16 en 17 tot alle aanwezige systeemapparaten
zijn geregistreerd.
19 De registratiemodus verlaten
Beëindig de registratie en ga terug naar bedrijfsmodus door de OK-
toets op de regelmodule gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt
te houden totdat de groene LED's uitgaan.
3.3 Meerdere regelmodules
registreren
LET OP!
Er moet ten minste één ruimtethermostaat zijn
geregistreerd bij de extra regelmodule voordat u deze
registreert bij de bedieningsmodule.
Er kunnen maximaal 16 regelmodules worden aangesloten op een
bedieningsmodule.
Alle extra regelmodules in het systeem moeten geregistreerd zijn bij
de bedieningsmodule.
Zie de stappen 16 en 17 in het gedeelte '
Ruimtethermostaten en/of systeemapparaten registreren op een
regelmodule, Pagina 7
' voor meer informatie.
Advertenties
Inhoudsopgave
