16. Gebruik het routerverbindingslampje
waar de verbinding tussen de extender en de router optimaal is.
17. Als het routerverbindingslampje niet oranje of groen brandt, sluit u de
extender aan op een stopcontact dat zich dichter bij de router bevindt en
probeert u het opnieuw.
Blijf dit doen totdat het routerverbindingslampje oranje of groen gaat branden.
18. Verbind uw computer of WiFi-apparaat opnieuw met het nieuwe WiFi-
uitbreidingsnetwerk.
19. Test het uitgebreide WiFi-bereik door uw computer of WiFi-apparaat naar een
gebied te verplaatsen waar het WiFi-signaal slecht is:
a.
Laat uw computer of WiFi-apparaat in het gebied staan waar het WiFi-
signaal slecht is en keer terug naar de extender.
b.
Controleer het lampje van de client-verbinding
•
Als het lampje van de client-verbinding groen brandt, bereikt uw
uitgebreide WiFi-netwerk het gebied waar het WiFi-signaal slecht is,
en is uw netwerkinstallatie voltooid.
•
Als het lampje van de client-verbinding rood brandt, bereikt uw
uitgebreide WiFi-netwerk niet het gebied waar het WiFi-signaal
slecht is.
U dient de computer of het WiFi-apparaat dichter bij de extender te
zetten totdat het client-verbindingslampje groen brandt.
om u te helpen een locatie te kiezen
11
op de extender: