Inhoudsopgave
Advertenties
7. Low cut
Indien u de knop "low cut" indrukt, wordt er een filter in de
audioketting van de GIG-12 geplaatst, met een karakteristieke 80
Hz, 18db/oct high pass karakteristiek voor het wegsnijden van
ongewenste lage frequenties. Deze functie kan worden gebruikt
voor het verwijderen van bromgeluiden of het voorkomen van
resonanties van lage frequenties, wanneer luidsprekers zich dichtbij
bevinden.
8 /9/10. Equalizer-gedeelte (Hoog/midden/laag)
Het equalizer-gedeelte van het mengpaneel geeft u de
mogelijkheid om het binnenkomende audiosignaal te vormen. Alle
mono-invoerkanalen zijn voorzien van 3-bands EQ. Met gebruik van
de hogere Hoge (8) en lagere Lage (10) shelving-besturing kunt u
de frequenties respectievelijk op 12 KHz en 80 Hz vaststellen. De
besturing voor het bereik Midden (9) heeft een responsfrequentie
met een piek van 2,5 KHz. Alle 3 de bands hebben
tot 15 dB verzwakking of versterking, met een palletje in het midden
om de functie uit te zetten. Door een equalizerbesturing naar rechts
bewegen versterkt het frequentiebereik, naar links verzwakt het
signaal. Kleine veranderingen in de equalizerbesturing hebben over
het algemeen de beste resultaten. Probeer buitensporige
versterking van de midden-band te voorkomen.
11. Kanaal aux 1
De aux 1-besturing geeft u de mogelijkheid om het niveau van het
kanaal naar de aux-bus aan te passen.
12. Kanaal pre/post
De knop pre/post bepaalt of het aux 1-signaal voor of na de fader
wordt genomen.
13. Kanaaleffecten
De effectenbesturing geeft u de mogelijkheid om het niveau van
het kanaal naar de effectenbus aan te passen.
14. Pan/bal
Monokanalen: Met gebruik van de pan(orama)-besturing kunt u de
positie van het invoersignaal binnen het stereobeeld veranderen.
Wanneer de pan(orama)-besturing is ingesteld op de centrale
positie, is het audiosignaal gelijk voor zowel de linker- als
rechterinvoer.
Stereokanalen: Met gebruik van de bal(ans)-besturing kunt u het
balans tussen het linker en rechter kanaal aanpassen. Indien u een
monobron gebruikt (invoer links mono), werkt de besturing als de
pan(orama)-besturing en geeft het u de mogelijkheid om de positie
van het invoersignaal binnen het stereobeeld aan te passen.
15. Knipindicator
De knipindicator toont piekniveaus in het binnenkomende
signaalniveau van een kanaal. Indien de LED vaak knippert of
continu licht geeft, zal het overeenkomende kanaal waarschijnlijk
gaan knippen en moet u de invoerversterking verlagen met gebruik
van de versterkings- (6) regelaar. De LED-lampjes geven licht 8 dB
voor het knippen. Zorg ervoor dat de LED-lampjes alleen kort licht
geeft tijdens dynamische pieken.
16. Signaalindicator
De signaalindicator toont de aanwezigheid van audiosignalen bij
de uitgang van het kanaal.
10
Advertenties
Inhoudsopgave
