de spanningsval te verminderen.
LONG
i
vereist dat alle bedrading en elektrische verbindingen voldoen aan de toepasselijke 'National Electrical Code'.
Wanneer kabels op de beugel zijn bevestigd, vermijd dan mechanische beschadiging van kabels of modules. Druk niet met
kracht op kabels. Gebruik UV-bestendige kabelbinders en klemmen om kabels op de beugel te bevestigen. Hoewel kabels
UV-bestendig en waterdicht zijn, is het toch noodzakelijk om te voorkomen dat kabels worden blootgesteld aan direct zonlicht en
onderdompeling in water.
De minimale buigradius van kabels moet 43 mm zijn. (1.69in)
6.3 Connector
Houd de connectoren schoon en droog. Zorg ervoor dat de connectordoppen zijn vastgemaakt voordat u verbinding maakt. Sluit
geen connectoren aan onder onjuiste omstandigheden van vochtige, vuile of andere uitzonderlijke situaties ). Voorkom dat
connectoren worden blootgesteld aan direct zonlicht en onderdompeling in water of die op de grond of op het dak vallen.
Een verkeerde aansluiting kan leiden tot een elektrische boog en elektrische schokken. Zorg ervoor dat alle elektrische verbindin-
gen betrouwbaar zijn. Zorg ervoor dat alle connectoren volledig zijn vergrendeld.
Er kunnen alleen compatibele connectoren worden gebruikt, d.w.z. van dezelfde leverancier en hetzelfde model; (Als u verschil-
lende soorten connectoren moet gebruiken, neem dan contact op met de klantenservice van LONGi solar);
6.4 Bypass-diode
De aansluitdoos van de LONGI-zonnemodule bevat een bypass-diode die parallel is geschakeld met de celstring. Als er een
hotspot is opgetreden, zal de diode in werking treden om te voorkomen dat de hoofdstroom door de hotspot-cellen stroomt om
oververhitting van de module en prestatieverlies te voorkomen. Let op, bypass-diode is niet het overstroombeveiligingsapparaat.
Als de diode definitief defect is of vermoed wordt dat deze defect is, dient de installateur of de leverancier van systeemonderhoud
contact op te nemen met LONGi. Probeer de aansluitdoos van de module niet zelf te openen.
6.5 PID-bescherming en omvormercompatibiliteit
① Bij hoge vochtigheid, hoge temperaturen en hoge spanning kunnen PV-modules een potentieel geïnduceerde degradatie
(PID) vertonen. Modules kunnen verschijnen Potential Induced Degradation (PID) onder de onderstaande omstandigheden:
◇ PV-modules worden geïnstalleerd onder warme en vochtige weersomstandigheden.
◇ De installatieplaats van de PV-modules bevindt zich onder langdurige vochtige omstandigheden, zoals een drijvend
PV-systeem.
② Om het risico op PID te verminderen, wordt op de DC-aansluitplaats van de module aanbevolen om de negatieve met
aarde te verbinden.
De PID-beschermingsmaatregelen op systeemniveau worden als volgt aanbevolen:
◇ Voor geïsoleerde PV-omvormers kan de min van de DC-aansluitzijde van de PV-modules direct worden geaard.
◇ Voor niet-geïsoleerde PV-omvormers moet een geïsoleerde transformator worden geïnstalleerd voordat virtuele aarding
wordt toegepast (meestal zijn richtlijnen voor de aardingsmethode van de fabrikanten van de omvormer nodig)
23