Zitten
22
In- en uitstappen
Raadpleeg uw zorgprofessional hoe u het beste en het
veiligst kunt plaatsnemen in uw rolstoel. Dit kan frontaal of
zijwaarts zijn.
Frontaal
1.
Zet de rolstoel uit.
2.
Roteer de gehele voetsteun omhoog.
3.
Ga zo dicht mogelijk bij de rolstoel staan en neem plaats
4.
Klap de voetsteun weer omlaag en zet uw voeten erop.
5.
Zet de rolstoel aan.
Zijwaarts
1.
Zet de rolstoel uit.
2.
Klap de gewenste zijkant met armleuning op.
Druk de voorste knop van de zijkant volledig in om deze te
ontgrendelen.
3.
Ga zo dicht mogelijk bij de rolstoel staan en neem plaats.
4.
Draai een kwartslag en zet uw voeten op de voetsteun.
5.
Klap de zijkant met armleuning weer terug in de
vergrendeling.
Controleer of de zijkant goed vast zit!
6.
Zet de rolstoel aan.
Uitstappen is vice versa.
Zet ook hierbij eerst de rolstoel uit!
Zorg dat de rolstoel in rijstand staat als u in of uitstapt.
Wees voorzichtig en voorkom kantelen. De balans van
de rolstoel wordt o.a. bepaald door evt. bagage en hoe
u in de rolstoel zit (of u buigt, leunt of naar iets reikt).
Steun bijvoorbeeld nooit op 1 armleuning, ga nooit op
de voetsteun staan en zet voor het rijden de rugleuning
omhoog.
Heupgordel
De heupgordel is bedoeld om de inzittende te positioneren
en voorkomt uit de rolstoel glijden of vallen. Draag hem dan
ook altijd. Voor een juiste zithouding dient u de gordel 45