Inhoudsopgave
Advertenties
5
Stand-by
Worden er gedurende 5 minuten geen invoeren
op het beeldscherm gedaan, dan gaat het
beeldscherm op stand-by. Tik op een willekeuri-
ge plek op het beeldscherm om het startscherm
op te roepen.
6
Informatie
Op de onderste statusbalk verschijnt het sym-
bool melding
om u over de actuele status
van het systeem te informeren. Tik op het sym-
bool om de desbetreffende statusmelding weer
te geven.
7
In- en uitschakelen
– Wanneer het beeldscherm uitgeschakeld is:
Tik het beeldscherm aan.
X
X
Het beeldscherm wordt ingeschakeld.
– Wanneer het beeldscherm ingeschakeld is:
Tik
aan.
X
X
De kleur van het symbool aan/uit geeft de
bedrijfsstatus weer (groen wanneer in-
geschakeld, grijs wanneer uitgeschakeld).
8
Bedrijf
Na het inschakelen neemt de regeling het
stapsgewijze opstarten van de chillereenheid en
aangesloten airhandlers over en gaat dan over
op het normale bedrijf. Het bedieningselement
geeft nu de actuele temperatuur weer van de
plek waar de cabinetemperatuursensor van de
chillereenheid werd geïnstalleerd. Dit kan af-
hankelijk van de inbouwlocatie ook de tempe-
ratuur van bijvoorbeeld een andere cabine zijn.
Na ca. 20 seconden geeft het bedieningsele-
ment informatie over de bedrijfsmodus (koelen
of verwarmen) waarin de chillereenheid gestart
wordt en geeft dit weer door de basiskleur van
het startscherm. De kleur blauw staat voor de
bedrijfsmodus koelen, rood staat voor de be-
drijfsmodus verwarmen. De keuze hangt af van
de ingestelde streeftemperatuur en van de door
de cabinetemperatuursensor gemeten cabine-
temperatuur. Zijn de cabinetemperatuur en de
ingestelde streeftemperatuur hetzelfde, dan
gaat het systeem op stand-by.
Aanwijzing
– Het systeem koelt alleen onder
de volgende omstandigheden:
cabinetemperatuur > 15 °C.
Streeftemperatuur < cabinetem-
peratuur.
– Het systeem verwarmt alleen
onder de volgende omstan-
digheden:
cabinetemperatuur < 29 °C.
Streeftemperatuur > cabinetem-
peratuur.
Bij automatische ventilatorregeling blijft de ven-
tilator net zo lang op snelheid 1, totdat de
koudwatertemperatuur lager (koelen) resp. ho-
ger (verwarmen) is dan de cabinetemperatuur.
In de koelmodus is de koudwatertemperatuur
duidelijk lager dan 15°C, in de verwarmingsmo-
dus hoger dan 40°C.
8.1
Streeftemperatuur instellen
Voor het instellen van de gewenste cabinetem-
peratuur:
Tik in het startscherm op de temperatuur
X
X
resp. op
.
Rechts verschijnt de ingestelde streeftempera-
tuur
Tik op plus
of min
X
X
of verlagen van de streeftemperatuur.
Na 30 seconden wordt het instelmenu auto-
matisch verlaten en wordt de laatst ingestel-
de waarde overgenomen.
Aanwijzing
Alternatief:
opslaan en menu direct verlaten:
Terug
X
X
8.2
Ventilatorsnelheid instellen
Voor het instellen van de gewenste ventila-
X
X
torsnelheid tikt u in het startscherm op venti-
lator
.
Als de automatische ventilatorregeling is gese-
lecteerd, dan verschijnt in het startscherm het
symbool A. De regeling past de ventilatorsnel-
heid automatisch aan.
voor het verhogen
aantikken.
Advertenties
Inhoudsopgave
