Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Concentrisch Kanaalsysteem; Componenten Van Het Concentrisch Kanaalsysteem; Opbouw Concentrisch Kanaalsysteem Cc; Montagevoorschriften Bestaande Rookkanalen - Trimline Fires Trimline 83 Room Divider DB Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

10 CONCENTRISCH KANAALSYSTEEM

Het concentrisch kanaalsysteem is samengesteld uit
een binnenkanaal en een buitenkanaal. Deze kanalen zijn
concentrisch opgesteld; door het binnenkanaal worden de
verbrandingsgassen afgevoerd, tussen binnen en buiten kanaal
wordt de verse verbrandingslucht toegevoerd.
10.1 Componenten van het concentrisch
kanaalsysteem
Met behulp van het concentrisch kanaalsysteem zijn
verschillende aansluitingen mogelijk:
Door het dakvlak en door de gevel
Het traject van dit systeem is op verschillende wijzen aan
te leggen, maar er zijn enkele belangrijke voorwaarden:
• Totale toegestane verticale kanaallengte niet langer dan
12 meter (som van kanaallengte en de rekenlengtes voor
de bochten).
• Bochten 90° hebben een rekenlengte van 2 meter horizontaal.
• Bochten 45° hebben een rekenlengte van 1 meter horizontaal.
• De uitmonding kan op elke willekeurige plaats in het dakvlak
of gevel geschieden (aan- en afvoer in identiek drukgebied),
maar moet voldoen aan de geldende voorschriften.
• Kanaaltrajecten mogen niet geïsoleerd worden.
LET OP
Zorg ervoor dat de restrictieplaat juiste manier gemonteerd
wordt zoals aangegeven in deze instructie.
De juiste restrictieplaat zal het toestel het meest optimale
rendement, vlambeeld en verbranding geven.
Montage van een foutief geplaatste restrictieplaat kan
storingen aan het toestel veroorzaken.

10.2 Opbouw concentrisch kanaalsysteem CC

Indirecte gevelaansluiting
• De uitmonding kan ook in een bovenafvoer situatie in
de gevel geschieden, houdt rekening met hinder naar
omgeving, volgens de nationale, regionale, lokale normen
en voorschriften.
LET OP
Zorg dat de winddruk ook hier op de uitmonding niet te
extreem is zoals een balkon, plat dak, hoeken en in zeer
smalle stegen etc., daar dit de prestaties van het toestel
negatief kan beïnvloeden.
• Verzorg een sparing in de gevel van rond 155 mm
of 205 mm bij gebruik van Ø130-200 kanalen (in een
niet vuurvaste gevel extra ruimte van 50 mm rondom
de buitenbuis houden) en monteer de geveldoorvoer met
de muurplaat aan de binnenzijde van de wand. Aan de
buitenzijde dient de muurplaat van de geveldoorvoer
voldoende tegen de muur te worden afgedicht; dit i.v.m.
lekkagemogelijkheid van vocht c.q. rookgassen de
woonruimte in.
Installatievoorschriften
• Indien nodig moet het kanaal worden omkokert. Ook als
het kanaal langs niet vuurvaste materialen gemonteerd
gaat worden, moeten er voldoende brandwerende
maatregelen worden genomen.
• Bepaal de positie van zowel het toestel als de uitmonding en
begin de opbouw van het kanaal met de aansluiting op het
toestel. Let op de montagerichting en verbindt de elementen
d.m.v. de klembanden aan elkaar.
• Tussen bochten, of bij de aansluiting op het toestel,
kan gebruik worden gemaakt van de paspijp. Gebruik,
indien noodzakelijk, muurbeugels ter ondersteuning van
het kanaal.
Montage dakdoorvoering
• De uitmonding kan op een willekeurige plaats in het dakvlak
geschieden (aan- en afvoer in identiek druk gebied) en moet
voldoen aan de geldende lokale voorschriften.
• Voor een waterdichte doorvoering kan gebruik worden
gemaakt van een dakplaat plat voor plat dak, of een
dakplaat lood voor hellende pannendaken. Indien nodig kan
er worden versleept m.b.v. diverse bochten. De sparing in
het dakbeschot dient 50 mm rondom groter te zijn, dit i.v.m.
voldoende brandwerendheid.
• Er moet rekenschap gehouden worden met de bepaling
van de weerstand tegen branddoorslag tussen ruimten.
(Zie hiervoor de nationale, regionale, lokale normen
voorschriften.) Er dient een omkokering van brandvrij
materiaal (bv. 12 mm Promatect brandwerende plaat)
te worden toegepast op 25 mm vanaf het buitenkanaal.
• Bepaal de positie van het toestel en de uitmonding en begin
de opbouw van het kanaal met de aansluiting op het toestel
(altijd eerst 1 meter verticaal); let op de montagerichting.
Het binnenkanaal moet afwaterend gemonteerd worden.
Verbindt de elementen d.m.v. de klembanden aan elkaar.
Zorg ervoor dat alle verbindingen goed gasdicht zijn.
• Tussen bochten, of bij de aansluiting op het toestel c.q.
dakdoorvoer, kan gebruik worden gemaakt van een paspijp.
Gebruik op elke verdieping 2 muurbeugels ter ondersteuning
van het kanaal.
10.3 Montagevoorschriften bestaande
rookkanalen
 appendix 3 
Voorschriften
Dit rookgasafvoersysteem valt onder de categorie C91 en
moet opgebouwd worden volgens de nationale regelgeving
en de voorschriften van de fabrikant, zoals aangegeven in
de documentatie en de installatievoorschriften.
Dit houd o.a. in dat de schoorsteendoorvoer niet kleiner mag
zijn dan rond/vierkant 150 mm doch niet groter dan 200 mm
en niet geventileerd door roosters etc. Bij grotere schoorsteen
doorvoeren kan eventueel een flexibele slang van Ø150 mm
toegepast worden in combinatie met een flexibele slang
Ø100 mm zoals hieronder omschreven. Andere situaties dient
u te overleggen met uw leverancier/fabrikant.
16
Trimline 83 Room Divider/Tunnel

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Trimline 83 tunnel db11841185

Inhoudsopgave