Bediening
Microfoon op een blaasinstrument bevestigen
Bevestig de microfoon met behulp van de microfoonklem op de klanktrechter van het instrument.
Neem onderstaande aanwijzingen absoluut in acht:
Pos.
Klankresultaat
A
gereduceerde nevengelui-
den
B
heldere, krachtige sound
C
uitgebalanceerde sound
A
De microfoon op een kickdrum plaatsen
Bevestig de microfoonklem op de spanband van de trommel, door eerst de bovenste snapper op
de spanband te plaatsen en dan de microfoonklem aan de onderkant vast te klikken.
Draai de kartelbout een klein beetje los.
Voer de zwanenhals aan de zijkant door één van de twee uitsparingen.
Draai de kartelbout weer vast.
Neem onderstaande aanwijzingen absoluut in acht:
Pos.
Klankresultaat
D
veel grondtonen, weinig
boventonen
E
weinig grondtoon, veel bo-
ventonen
F
uitgesproken effect bij het
spreken op korte afstand
D
U heeft de mogelijkheid om twee microfoons op de slagwerkklem te bevestigen (bijv. bij het op-
nemen van twee toms, wanneer er weinig plaats is). Gebruik daarvoor de beide uitsparingen in de
slagwerkklem.
De veelzijdige instelmogelijkheden van de klemmen MZH 9 08 D en MZH 9 08 B in combinatie met
de flexibele zwanenhals bieden u de mogelijkheid om de microfoon optimaal op de geluidsbron in te
stellen.
Opmerking
Direct op de klanktrechter richten
Deels in de klanktrechter en deels op het instrumen-
telement richten
B
Opmerking
Positionering bij de trommel: 3 – 5 c m boven het vel,
uitlijning op het midden van het vel. De verhouding
van de grondtoon ten opzichte van de boventoon, kan
met behulp van de hoek worden ingesteld.
De beste resultaten worden verkregen onder een
hoek van 30 – 60°.
Optie: tangentiële positionering van de zwanenhals
om de afstand tot het vel te verminderen.
E
Bediening
C
F
e 908 | 5/8