Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afgifteleiding; Afsluiter; Aansluiting Van Inkomende Leidingen; Voorbereiding Van Instroom- En Uitstroompoorten - Sulzer ABS Sanimat 1000 Installatie- En Bedieningsinstructies

Opvoerinstallatie
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3

Afgifteleiding

De afgifteleiding moet worden geïnstalleerd conform de relevante regelgeving.
DIN 1986/100 en EN 12056 gelden met name voor het volgende:
- De afgifteleiding moet worden gemonteerd met een terugloop lus (180° bocht) die zich bevindt boven het
terugloopniveau en moet vervolgens door de zwaartekracht in de verzamelleiding of riool stromen.
- De afgifteleiding moet niet worden aangesloten op een neerwaartse leiding.
- Er mogen geen andere toevoerleidingen of afgifteleidingen worden aangesloten op deze afgifteleiding.
ATTENTIE:
De afgifteleiding moet zo worden geïnstalleerd dat deze niet door vorst kan worden
beïnvloed.
Eén ingebouwde keerklep (bal type) wordt standaard meegeleverd met de verzameltank Sanimat 1000.
Twee ingebouwde keerkleppen (bal type) worden standaard meegeleverd met de verzameltank Sanimat 1002
en 2002. Afhankelijk van het type, wordt één of worden twee keerkleppen (bal type) standaard meegeleverd
met de verzameltank Piranhamat 1002.
De ontluchtingsleiding wordt aangesloten m.b.v. een opdruktule op de verticale uitgang bovenop de
verzameltank. Deze moet een constante diameter hebben (min. DN 70) en tot boven het dakniveau uitsteken.
De instroom-, afgifte- en ontluchtingsleidingen moeten worden geïnstalleerd met geïsoleerde
klemvoorzieningen die geschikt zijn voor het ondersteunen van het leidingwerk op dusdanige wijze dat geen
belasting wordt overgedragen.
4.3.1

Afsluiter

De regelgeving EN 12056-4 stelt dat voor diameters vanaf DN 80 een schuifafsluiter geschikt voor afvalwater
moet worden gemonteerd, direct bovenop de Sanimat verzameltank.
4.4

Aansluiting van inkomende leidingen

De afvalwater instroombronnen kunnen worden aangesloten op de horizontale of verticale poorten m.b.v.
opdruktules.
4.4.1

Voorbereiding van instroom- en uitstroompoorten

Alle poorten zijn afgesloten wanneer de eenheid wordt geleverd en moeten worden geopend om er gebruik van
te maken. Dit wordt gedaan door ca. 10 mm van de uiteinden van de poorten af te zagen m.b.v. een zaag.
De leidingen van zowel de inlaat- als de uitlaatpoorten moeten zo worden geïnstalleerd dat ze niet aan
belasting worden blootgesteld. Het gewicht van de leidingen (inclusief het water in de leidingen!) moet worden
ondersteund met adequate steunen (dit geldt ook voor kunststof leidingen).
4.4.2

Openen van de inlaatpoorten van de verzameltank

Open uitsluitend de inlaatopeningen die niet worden gebruikt. Zaag zo weinig mogelijk nek af als mogelijk zodat
zoveel mogelijk materiaal over blijft voor de plugaansuiting.
Vijl de scherpe rand weg, zowel aan de binnenkant als de buitenkant.
6006092-02
Figuur 12 Opening van de aansluitingen op de verzameltank
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave