GIRA
Dimactormoduul
Info
Gebruiksaanwijzing
Dimactormoduul
TRONIC-dimactormoduul
Systeeminformatie
Dit apparaat is een produkt van het instabus EIB-systeem en voldoet aan de EIBA-richtlijnen.
Gedetailleerde vakkennis via instabus-scholingen wordt verondersteld om dit apparaat correct te
kunnen monteren.
De functie van het apparaat is van de gebruikte software afhankelijk. Gedetailleerde informatie, welke
software er kan worden geladen en welke functies hiermee mogelijk zijn alsmede informatie over de
software zelf, vindt u in de produktdatabase van de fabrikant.
Planning, installatie en montage van het toestel geschieden met behulp van door de EIBA
gecertificeerde software.
Werking
Het dimactormoduul faseafsnijding resp. faseaansnijding wordt door een buskoppelingsmoduul
gestuurd en is in staat de in de rubriek "Technische gegevens" gespecificeerde belastingen te regelen.
Naar keuze kan een 1-voudige toetssensor of een dummyafdekking op het dimactormoduul worden
gezet. Deze toetsensor bestuurt het dimactormoduul en genereert via het buskoppelingsmoduul
telegrammen op de instabus EIB.
Ook bij uitval van de busspanning of ontbrekende verbinding naar het buskoppelingsmoduul kan het
dimactormoduul via de opgezette toetssensor worden bediend (onafhankelijk bedrijf).
Uitschakeling bij kortsluiting. Automatische opstart na opheffing van de kortsluiting binnen 1 min.
Uitschakeling bij thermische overbelasting. Na afkoeling volgt een automatische herstart. Uitbreiding
van het aansluitvermogen met max. 10 geschikte boostertransformators mogelijk. Daarbij letten op
basisbelasting op dimactormoduul, wijze van dimmen en technische aansluitvoorwaarden van de
elektriciteitsbedrijven letten.
Rondzendimpulsen van de elektriciteitscentrale kunnen bij lage dimstand een kortstondig flikkereffect
veroorzaken.
Montage:
Geadviseerd wordt, verzonken 60mm diepe contactdozen te gebruiken.
L
N
OBEN
TOP
~
L
N
Opmerking: De toetssensor-interface (B) is een gemodificeerde gebrruikersinterface „GI" en
ongeschikt voor andere applicatiemodules.
Dimactormoduul
230 V AC
A
B
41/99
Installatievolgorde:
1. Stuurkabel (A) van het dimactormoduul (zie
afb.) in de verzonken contactdoos steken en tot
aan de verzonken contactdoos van het
buskoppelingsmoduul in de meervoudige
dooscombinatie doortrekken.
2. Dimactormoduul overeenkomstig de afbeelding
aansluiten.
3. Dimactormoduul in de op de afbeelding
getoonde montagestand in verzonken doos
plaatsen en vastschroeven.
4. Bijbehorend buskoppelingsmoduul aansluiten,
zie afz. handleiding.
5. Dummyafdekking of 1-voudige toetssensor op
het dimactormoduul zetten. De contactgeving
geschiedt daarbij via de toetssensor-interface
(B) (zie afbeelding).
Art. Nr.: 0634 00
Art. Nr.: 0877 00
Blz.: 1 of 3