Functie: Starthulp
•
Ga altijd voorzichtig te werk in de motorruimte. Koelventilatoren kunnen ook bij
uitgeschakelde motor automatisch gaan draaien.
•
Gebruik het apparaat altijd op veilige wijze. Raak nooit draaiende delen aan.
•
Druk de aan-schakelaar kort in. Gebruik de starthulpfunctie alleen als er
minimaal 4 indicatoren oplichten. Anders moet u het apparaat eerst opladen.
•
Gebruik de starthulpfunctie maximaal 10 seconden, en laat het apparaat
daarna eerst 30 seconden lang afkoelen. Leef deze instructie altijd na!
Anders vernielt u het apparaat of onderdelen ervan. Defecten die ontstaan
door verkeerd gebruik vallen niet onder de garantie.
•
Als de motor na drie pogingen niet start, zoek de oorzaak van de
startproblemen dan bij het voertuig zelf en gebruik de starthulp niet meer.
Koppel het apparaat los voordat u een volgende startpoging onderneemt.
1) Sluit de blauwe stekker van de starthulpkabel aan op het apparaat.
Druk hem stevig vast en controleer of hij volledig in de aansluiting zit! Zo
niet, dan kunnen de aansluitingen oververhit raken!
2) Sluit de rode klem aan op de + (plus) pool van de accu.
3) Sluit de zwarte klem aan op de - (min) pool van de accu.
4
piep, piep
piep, piep