MONTAGEAANWIJZING:
Nauwgezet de aanbevelingen in de montageaanwijzing volgen. Dit document moet op de werf bewaard
worden.
VOORAFGAANDE STUDIE: PLAN EN BEREKENINGSNOTA
In gevallen die niet vermeld worden in deze montageaanwijzing of wanneer de configuratie van de steiger
(niet hoger dan 24 m) niet in de aanwijzing voorkomt, of als de steiger hoger is dan 24 m, en ook als de
steiger heftoestellen omvat, moet er een plan worden opgesteld en moeten de getroffen maatregelen
worden gemotiveerd door een berekeningsnota.
COMPETENTIE VAN HET PERSONEEL:
Decreet nr. 2004-924 van 1 september 2004 - Art. R.233-13-31- Art. R.233-13-31
Steigers mogen uitsluitend worden gemonteerd, gedemonteerd of aanzienlijk gewijzigd onder toezicht van
een bevoegde persoon en door arbeiders die een aangepaste en specifiek voor de geplande werken
voorziene opleiding hebben gevolgd, waarvan de inhoud is gepreciseerd in de artikelen R.231-36 en
R.231-37 (...).
CONTROLE VAN HET MATERIEEL:
De onderdelen van een steiger moeten voorafgaand aan de montage steeds gecontroleerd worden om te
verzekeren dat ze in goede staat zijn. Beschadigd materieel mag nooit worden gebruikt.
VLOERSTEUNEN:
De vloersteunen moeten worden bepaald in functie van de lasten van de steiger, het eigen gewicht en de
exploitatielasten (zie lastverdeling pagina 23).
Aan de hand van deze lasten kan de gronddruk worden bepaald in functie van het steunoppervlak
(pagina 11). Er zijn indicatieve waarden gegeven voor toelaatbare lasten op verschillende soorten onder-
grond (pagina 12).
LOODRECHTE EN HORIZONTALE STAND:
Bij de plaatsing van de eerste onderdelen steeds de loodrechte en horizontale standen controleren. Deze
controle moet ook tijdens de montage worden herhaald.
VERANKERINGEN EN KOPPELINGEN:
Respecteer het aantal en de positie van de voorziene verankeringen. Het aantal is berekend op basis
van de windkrachten waarmee rekening moet worden gehouden (zie pagina 10 en 25).
Test de trekkrachten on site (aanbeveling R408 van de CNAMTS).
LASTEN:
Controleer of de vloeren niet overbelast zijn (pagina 23).
Controleer ook dat niet meer dan één vloerniveau voor 100 % wordt belast en één vloerniveau voor 50 %
wordt belast terzelfdertijd.
DEMONTAGE:
Controleer of alle koppelingen aangebracht zijn. De demontagefasen verlopen in alle veiligheid en in de
omgekeerde volgorde van de montagefasen.
OPSLAG :
Om het materieel zo lang mogelijk in goede staat te houden, raden we aan om de steigeronderdelen
correct en beschut op te slaan. Sla het materieel bij voorkeur op in de rekken, draagstellen en kisten die
daartoe door de fabrikant zijn voorzien om enerzijds vervorming te voorkomen en anderzijds de hantering
van het materieel te vereenvoudigen (pagina 8).
ONDERHOUD:
Houd het materieel schoon en gooi alle verroeste of beschadigde onderdelen weg. Vóór ieder gebruik
moet u controleren of het materieel niet beschadigd is: breuken, scheuren, blijvende vervormingen,
ontbrekende accessoires. Onderdelen met een blijvende vervorming mag u nooit trachten te herstellen
door laswerk of een koude of warme reparatie. Voor ieder eventueel herstel moeten de onderdelen naar
de fabrikant worden teruggestuurd. Hij zal beoordelen of nog ze hersteld kunnen worden.
GEBRUI KS T IP S
2