Apparaat instellingen
De meeste apparaattypen hebben instellingen die alleen kunnen worden gewijzigd via het menu
Gekoppelde Apparaten.
instellingen om de CT-ingangen te configureren (zie Apparaatprioriteiten pagina 27).
De apparaatinstellingen zijn toegankelijk via het menu Gekoppelde Apparaten; selecteer Apparaten en
selecteer vervolgens het juiste apparaat en druk op Ê om het instellingenscherm van het betreffende
apparaat te openen. Raadpleeg het instructiedocument van dit apparaat voor meer informatie over de
daadwerkelijke apparaatinstellingen.
Opmerking: Nadat een apparaat is gekoppeld, moet u enkele seconden wachten tot het apparaat is
bijgewerkt voordat de instellingen kunnen worden geopend. Het scherm toont APPARATEN UPDATEN
wanneer dit gebeurt.
Apparaat Prioriteit
De prioriteit van elk gekoppeld apparaat (
display. Dit maakt controle mogelijk over hoe de overtollige energie tussen hen wordt gedeeld. Het
onderstaande voorbeeld toont één
'netwerk'.
1. Alle gekoppelde apparaten worden weergegeven in het scherm APPARATEN, het apparaat dat
wordt weergegeven in HOOFDLETTERS is het apparaat dat momenteel wordt bekeken.
2. Het serienummer van elk apparaat wordt rechts weergegeven
3. De prioriteit wordt links van elk apparaat weergegeven, waarbij 1 de hoogste prioriteit is. Als twee
of meer apparaten dezelfde prioriteit hebben, wordt het beschikbare surplus (voor dat
prioriteitsniveau) gelijkelijk verdeeld.
4. Het ~ -symbool geeft aan welk apparaat het 'master'-apparaat is waarop de Net-Sensor is
aangesloten.
5. Als het ? -symbool naast een apparaat wordt weergegeven, geeft dit aan dat de communicatie met
het apparaat verloren is.
Gekoppelde Apparaten informatie
De huidige status van alle gekoppelde apparaten kan samen worden bekeken in het INFO-scherm
GELINKTE APPARATEN dat u kunt vinden in het hoofdmenu.
1. Dit scherm toont alle gekoppelde apparaten. Het huidige apparaat wordt weergegeven in
HOOFDLETTERS.
2. Rechts van elk apparaat staat het realtime uitgangsvermogensniveau.
3. Vooraan staat de prioriteitsinstelling voor elk apparaat.
4. De rechterkant van het scherm heeft symbolen om de status van elk apparaat weer te geven.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis van elk symbool:
Gebruiks- en installatie handleiding
eddi
en
zappi
hebben bijvoorbeeld een prioriteitsinstelling en
eddi
eddi
-apparaat, twee
of
zappi
), kan worden ingesteld vanaf elk apparaat met een
zappi
-apparaten en één
harvi
heeft
harvi
op hetzelfde
zappi
28