Ruimtecontroller-module Smart
De momentele instelling wordt omgeschakeld of de weergegeven waarde verhoogd of ver-
minderd.
o
Knop 2 boven of onder indrukken.
De weergave wisselt naar de vorige of volgende menupositie.
5 Informatie voor elektromonteurs
5.1 Montage en elektrische aansluiting
Apparaat monteren en aansluiten
(6) Draagring
(7) Frames
(8) Ruimtecontroller
(9) Bevestigingsschroeven
(10) Knopbediening
(11) KNX-aansluitklem
(12) Doosschroeven
Draagringkant A voor CD-programma's en FD-Design. Draagringkant B voor LS-programma's.
Aanbevolen montagehoogte: 1,50 m.
Bij gebruik van de tastsensor-uitbreidingsmodule (afbeelding 3): montage bij voorkeur verticaal.
Grote draagring (13) gebruiken. Bij montage op slechts één inbouwdoos de onderste schroeven
in de wand verzinken , bijv. met boring ø 6 x10 mm. Draagring als sjabloon gebruiken.
GEVAAR!
Bij montage met 230 V-apparaten onder een gezamenlijke afdekking, bijv. con-
tactdozen, bestaat bij storing kans op elektrische schokken!
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Geen 230V-apparaten in combinatie met een tastsensor-uitbreidingsmodule on-
der een gemeenschappelijke afdekking installeren.
o
Draagring (6) resp. (13) op de juiste plaats op een apparaatdoos monteren. Let op marke-
ring TOP = boven; markering A of B voor. Gebruik uitsluitend de meegeleverde doos-
schroeven (12).
o
Frame (7) op de draagring steken.
82574803
J:0082574803
Afbeelding 2: Montage ruimtecontroller
4/7
22.02.2013