Download Print deze pagina

Vaillant 0020012265 Installatiehandleiding pagina 3

Advertenties

3
Doorstromingsinstelling
Het pompvermogen afhankelijk van het systeem zodanig
kiezen, dat de daadwerkelijke doorstromingshoeveelheid
volgens pompkarakteristiek (afb. 5.1) iets hoger ligt dan
de nominale doorstromingshoeveelheid. Bij de
configuratie van het zonnesysteem moet een bepaalde
pomptrap ingesteld worden.
Na de grofinstelling door de circulatiepomp, de
fijninstelling bij het stelventiel (1) van de
doorstroombegrenzer met behulp van een
binnenzeskantsleutel uitvoeren.
De ingestelde waarde kan worden afgelezen op de
weergave (2) van de doorstroombegrenzer. De in l/min
verdeelde schaal kan om de eigen as worden gedraaid
en maakt het mogelijk deze in een gunstigere positie te
plaatsen, wat het aflezen gemakkelijker maakt.
2
Afb. 3.1 Instellen van de doorstroming
Elektrische installatie aansluiting van de
circulatiepomp
De circulatiepomp moet overeenkomstig de
installatiehandleiding van de zonneregelaar
auroMATIC 560 of 620 worden aangesloten.
4
Aanwijzingen voor het
buisleidingsysteem
Als buisleidingen moeten bij voorkeur koperbuizen
worden gemonteerd. Door de bij tijd en wijle aanzienlijke
temperaturen van de collectorvloeistof zijn kunststof
buizen niet geschikt. De buisleidingen moeten hard
gesoldeerd worden.
Bij het gebruik van persfittingen moet overleg worden
gepleegd met de fabrikant van deze fittingen.
Om een correcte werking te waarborgen, moet zijn
voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Het systeem moet helemaal ontlucht zijn.
- Het systeem moet zorgvuldig met collectorvloeistof
gespoeld worden.
- Alle systeembestanddelen moeten zodanig ontworpen
zijn, dat een gelijkmatige volumestroom met de
Installatiehandleiding zonnestation 22 l/min en toebehoren
Aanwijzingen voor het buisleidingsysteem 4
8,1 l/min
Doorstromingsinstelling 3
Technische gegevens 5
noodzakelijke nominale doorstromingshoeveelheid
gewaarborgd is.
- De buisleidingen moeten voldoende geïsoleerd zijn.
- Alle buisleidingen moeten hard gesoldeerd worden.
- De isolatie moet bestand zijn tegen temperaturen tot
ca. 140 °C. Voor buiten geldt bovendien: UV-bestendig
en bestand tegen pikkende vogels.
5
Technische gegevens
700
600
Trap 3
500
Trap 2
400
300
Trap 1
200
100
0
0
2
4
6
8
10
Volumestroom [l/min]
Afb. 5.1 Opvoerhoogte van zonnestation 22 l/min
12
14
16
18 20 22 24 26 28
3

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

302 098302 428302 496302 497302 405