8. Appendix
In deze handleiding zijn voor het Penta Brandmeldsysteem specifieke begrippen gebruikt. In
de volgende paragrafen worden de meest belangrijke begrippen en parameters nader
beschreven.
Parameters
Afhankelijk van het geselecteerde menu worden er voor een detectiezone of systeemdeel
diverse parameters getoond. Met de
parameters voor een systeemdeel worden opgevraagd.
In de lijsten met zones worden de volgende parameters weergegeven:
•
ZONE:
waarbinnen het systeem deel valt weer. De zonenummers zijn altijd 4 cijferig en vallen in
het bereik 0001 t/m 1000.
•
LOCATIE:
panel zone— weer. De zonetekst geeft de locatie —gebouw, bouwdeel— dat de zone
omvat weer.
Samen met de element tekst maakt de zonetekst een nauwkeurige plaatsbepaling voor
een systeemdeel of een melding mogelijk.
•
STAND:
zone— systeemdelen —o.a. melder, toets signaalgever ,sturing, nevenindicator, circuit
— uitgeschakeld zijn.
Voor een zone waarbinnen geen enkel systeemdeel is uitgeschakeld zal de parameter
STAND
Voor een zone waarvan tenminste één ingang —o.a. melder, toets— of tenminste één
uitgang —o.a. signaalgever ,sturing, nevenindicator— is uitgeschakeld, zal in de
betreffende menu's, de parameter
Voor een zone waarvan alle ingangen —o.a. melder, toets— of alle uitgangen —o.a.
signaalgever ,sturing, nevenindicator— zijn uitgeschakeld, zal in de betreffende menu's,
de parameter
In de lijsten met systeemdelen —ingangen en uitgangen— worden de volgende parameters
weergegeven:
•
LUS, ADRES, NODE:
nevenindicator— hebben een voor het brandmeldsysteem uniek identificatie nummer.
Dit unieke identificatie nummer is opgebouwd uit:
NODE:
LUS:
ADRES:
•
ITEM:
parameter
•
ELEMENT TEKST:
signaalgever, sturing, nevenindicator, circuit—. De parameter
verklaart in welke ruimte het systeemdeel is gemonteerd .
Gebruikershandleiding Penta Brandmeldsysteem
Zone Parameters
de parameter
geeft het nummer van de zone —detectiezone, panel zone—
ZONE
de parameter
LOCATIE
de parameter
STAND
de tekst
weergeven.
AAN
de tekst
STAND
Systeemdeel Parameters
alle systeemdelen —o.a. melder, ingang, signaalgever, ,sturing,
het systeem nummer van het Penta Systeem waarop het systeemdeel is
aangesloten.
het lus nummer van de intelligente melderlus waarop het systeemdeel is
aangesloten.
het adres van het element
alle circuits van een Penta Systeem hebben een uniek identificatie nummer. De
geeft het identificatienummer voor een circuit weer.
ITEM
specifieke tekst voor elk systeemdeel —o.a. melder, toets,
toetsen
(2
geeft een unieke tekst voor de zone —detectiezone,
geeft aan of er binnen een zone —detectiezone, panel
de tekst
STAND
SYST.DEEL UIT
weergeven.
ALLES UIT
BGB018.03
8 Appendix
op pagina 9) kunnen de diverse
weergeven.
ELEMENT TEKST
67