• Als u een nieuwe opnametijd heeft opgeslagen nadat u voor de laatste
keer de tijdopnamefunctie heeft geselecteerd, verschijnt eerst de meest
recente gegevensset. Als u geen nieuwe tijd heeft opgenomen, verschijnt
eerst de gegevensset die u die u bekeek toen u de laatste keer de
tijdopnamefunctie verliet.
Alle opnametijden verwijderen
In de tijdopnamefunctie, houd A ingedrukt om alle opnametijden te
verwijderen.
ALARMEN
De alarmfunctie geeft u de mogelijkheid te
kiezen uit vier eenmalige alarmen en een
wekalarm.Gebruik de alarmfunctie ook om het
uursignaal (SIG) in of uit te schakelen.
• Er zijn vijf verschillende alarmen
genummerd AL1 tot en met AL4 en SNZ. U
kunt SNZ uitsluitend als wekalarm
gebruiken. Alarmen AL1 tot en met AL4
kunnen uitsluitend als eenmalig alarm
gebruikt worden.
• Alle alarminstellingen (en uursignaalinstellingen) zijn beschikbaar in de
alarmfunctie, die u kunt selecteren door op C te drukken.
De alarmtijd instellen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om het alarm te
selecteren waarvan u de tijd wilt instellen.
2. Nadat u een alarm heeft geselecteerd, houd A
ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd
beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Gebruik C om het knipperen tussen de uur- en minuteninstelling te
verplaatsen.
4. Als een instelling knippert, gebruik D (+) en B (-) om deze te wijzigen.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave, let
er dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (A indicator) of
middag/avondtijd (P indicator) instelt.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de instelde tijd gedurende 10 seconden, ongeacht de
functie waarin het horloge zich bevindt. In het geval van een wekalarm
klinkt het alarm zeven keer elke vijf minuten totdat u het alarm uitschakelt.
• Door op een willekeurige knop te drukken, stopt het alarm.
• Door een van de volgende bedieningen uit te voeren tijdens een 5-
minuten interval tussen de wekalarmen stopt de huidige
wekalarmbediening.
Het tijdfunctie instelscherm tonen
Het wekalarm instelscherm tonen
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd B ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om een
alarm te selecteren.
2. Druk op B om deze in of uit te schakelen.
• Als u een eenmalig alarm (AL1, AL2,
AL3, AL4) inschakelt, wordt de alarm
aan indicator op het alarmfunctiescherm
getoond. Als u het wekalarm (SNZ)
inschakelt, wordt de alarm aan indicator
en de wekalarm aan indicator op het
alarmfunctiescherm getoond.
• De alarm aan indicator wordt in alle functies getoond als een willekeurig
alarm is ingeschakeld. Als het wekalarm is ingeschakeld, wordt de
wekalarm aan indicator in alle functies getoond.
• De alarm aan indicator knippert als het alarm klinkt.
• De wekalarm aan indicator knippert gedurende de 5-minuten intervallen
tussen de alarmen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik D om het
uursignaal (SIG) te selecteren.
2. Druk op B om deze in (uursignaal aan
indicator getoond) en uit (uursignaal aan
indicator niet getoond) te schakelen.
• De uursignaal aan indicator wordt in alle
functies op het display getoond als het
uursignaal is ingeschakeld.
STOPWATCH
De stopwatch maakt het mogelijk de
verstreken tijd, tussentijden en twee
finishtijden te meten.
• Het bereik van de stopwatch op het
display is 23 uur, 59 minuten en 59,99
seconden.
• De stopwatchmeting loopt door, opnieuw
beginnend vanaf 0 nadat de limiet bereikt
is, totdat u deze stopt.
• Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een tussentijd op het display
bevroren is, wordt de tussentijd verwijderd en keert u terug naar de
verstreken tijdmeting.
• De stopwatchmeting loopt door zelfs als u de stopwatchfunctie verlaat.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
stopwatchfunctie, die u selecteert door op C te drukken.
ACHTERGRONDVERLICHTING
De achtergrondverlichting maakt gebruik van
een elektronisch paneel waardoor het gehele
display verlicht wordt voor een gemakkelijke
aflezing in het donker. De automatische
lichtschakelaar schakelt automatisch de
achtergrondverlichting aan als u het horloge
naar uw gezicht draait.
• De automatische lichtschakelaar moet
worden ingeschakeld (getoond door de
automatische lichtschakelaar aan indicator)
om geactiveerd te kunnen worden.
• Zie "Achtergrondverlichting voorzorgsmaatregelen" voor andere
belangrijke informatie over het gebruik van de achtergrondverlichting.
De achtergrondverlichting handmatig inschakelen
In een willekeurige functie, druk op L om het display gedurende ongeveer
een seconde te verlichten.
• Bij de bovenstaande bediening wordt de achtergrondverlichting
automatisch geactiveerd ongeacht de huidige instelling van de
automatische lichtschakelaar.
2607/2637/2687-4