22 Regenalarm
1. Druk in de normale weergavemodus ongeveer 2 seconden op de knop RAIN ALERT om de instel-
modus voor het regenalarm te openen.
2. HI" verschijnt op het display en de cijfers voor de hoeveelheid regen knipperen.
3. Druk op de knop UP/RCC/ALARM of DOWN/RAIN HISTORY om de waarde te wijzigen.
4. Druk op de knop RAIN ALERT om de invoer te bevestigen en terug te keren naar de normale
weergavemodus.
5. Als er na 30 seconden geen instelling is gemaakt, wordt de modus voor het instellen van de tem-
peratuur automatisch gesloten. De tot dan toe gemaakte instellingen worden opgeslagen.
6. Druk in de normale weergavemodus kort op de knop RAIN ALERT om het regenalarm te active-
ren. Het regenalarmsymbool verschijnt op het display.
7. Als de hoeveelheid regen de grenswaarde bereikt, knippert het regenalarmsymbool en klinkt er
een waarschuwingstoon.
8. Druk op een willekeurige knop om het temperatuuralarm te stoppen.
23 Neerslaggeschiedenis
Het basisstation slaat de dagelijkse neerslaghoeveelheid van de afgelopen 30 dagen op.
1. Druk meerdere keren op de knop DOWN/RAIN HISTORY om de waarden van de afgelopen 30
dagen achter elkaar weer te geven.
2. Druk even op de knop RAIN SINCE/RAIN CLEAR om de totale opgeslagen neerslag van de afge-
lopen 30 dagen of sinds de laatste reset weer te geven.
3. Druk ongeveer 3 seconden op de knop RAIN SINCE/RAIN CLEAR om alle opgeslagen neerslag-
waarden te wissen.
24 Weertrend
Op basis van de gemeten waarden wordt een weertrend voor de komende 12 uur berekend en als
volgt grafisch weergegeven:
1
Afb. 5: Symbolen van de weertrendweergave
1 Zonnig
3 Bewolkt
5 Sneeuw
25 Barometrische / Atmosferische Druk
Druk op de knop WEATHER/ABS/REL om te schakelen tussen het weergeven van absolute en rela-
tieve luchtdruk.
• ABSOLUT (ABS): Absolute luchtdruk op uw huidige locatie
14 / 20
3
2
4
2 Gedeeltelijk bewolkt
4 Regen
5