Inhoudsopgave
Advertenties
G
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
G.1
Inschakelen apparaat
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact. Op het display
van het instrument wordt een lampentest uitgevoerd en
gedurende enkele seconden knippert het compressorsym-
bool, totdat de compressor start.
Raak gedurende 3 seconden de Programmatoets aan om het
display te ontgrendelen en het apparaat te activeren en
deactiveren
en raak vervolgens de AAN/UIT-toets
Op het display wordt de melding ON (voor activering) of de
melding OFF getoond, samen met de temperatuur in de cel
(voor deactivering).
Ook als de machine uitgeschakeld wordt met de toets ON/OFF,
dan blijft deze toch onder spanning staan.
G.2
Instelling van de temperatuur
• Raak de Programmatoets gedurende 3 seconden aan om
het display te ontgrendelen;
• Druk op de temperatuurtoets.
Op het display wordt het INSTELPUNT getoond.
• Druk op het pijltje OMHOOG
om de INGESTELDE waarde te wijzigen,
12
aan;
of op het pijltje OMLAAG
• Raak de Programmatoets aan om de wijziging te
bevestigen.
Als er 20 seconden lang geen toets wordt ingedrukt (TIME
OUT), slaat de digitale thermostaat de laatst ingestelde
waarde op in het geheugen en keert de normale weergave
terug.
Het bereik van de temperatuurregeling is ingesteld op een
minimum en een maximum, volgens onderstaande waarden:
Min. instelling =
Max. instelling =
Min. instelling =
Max. instelling =
Min. instelling =
Max. instelling =
Min. instelling =
Max. instelling =
G.3
Signaleringssymbolen
brandt
Dit symbool geeft aan dat de compres-
sor geactiveerd is.
brandt
Dit symbool geeft aan dat de ontdooi-
functie in werking is.
brandt
Dit symbool geeft de inschakeling van
de ventilatoren van de cel aan.
brandt
Dit symbool geeft aan dat er zich een
dienstalarm heeft voorgedaan tijdens
de werking van het apparaat.
G.4
Alarmen en signaleringen
Het alarm wordt aangegeven door het aangaan van het
symbool
.
De signalering van het alarm wordt bovendien aangegeven op
het display met de verschijning van de alarmcode (zie hoofd-
stuk I.2 Problemen en oplossingen).
Bijvoorbeeld: De signalering van een alarm afkomstig van een
defecte sonde (met betrekking tot de sonde in de cel)
verschijnt direct op het display van het instrument met de
afwisselend knipperende indicaties E0 en rE.
Druk op een willekeurige toets om de zoemer uit te schakelen.
Als de oorzaak van het alarm wordt opgeheven, verdwijnt het
alarm. Is dat niet het geval, neem dan contact op met de
Klantenservice.
G.5
Ontdooiing
Automatische ontdooiing
Het apparaat is uitgerust met een inrichting die automatisch
zorgt voor de ontdooiing. Deze functie wordt gesignaleerd
door het aangaan van het symbool
afgevoerd in een bakje en wordt automatisch verdampt.
Handmatige activering van de ontdooiing
- 22℃
- 15℃
- 2℃
+ 10℃
+ 2℃
+ 10℃
0℃
+ 6℃
. Het dooiwater wordt
Advertenties
Inhoudsopgave
