Elektrische aansluiting
3.
Leid de kabel door de kabelwartel.
In geval van uitvoeringen met G' - en NPT-kabelwartels, moeten de voorgemonteerde
kabelwartels met M-schroefdraad worden vervangen door de meegeleverde G' - of NPT-
wartels.
Dit heeft geen invloed op de M32-slangwartels.
De specificaties voor de aarding moeten worden aangehouden bij de installatie van het
instrument.
4.
Verwijder het beschermdeksel in de rechterbovenhoek.
5.
Sluit de reinigingsklep aan op de volgende insteekklemmen:
12
Liquiline System CAT810 aansluiting
1
Liquiline System CAT810, 100 tot 120 V/200 tot 240 V AC
2
Worden niet gebruikt
6.
Borg het beschermdeksel na de aansluiting. Waarborg dat geen kabels of slangen
bekneld raken
7.
Gebruik de zes schroeven om het draagpaneel na het aansluiten weer vast te zetten.
5.2.2
Aansluiten van de optionele slangverwarming en communicatie tussen
CAT820/CAT860 en de analyzer
Gebruik alleen afgesloten originele kabels waar mogelijk. De sensorkabel, fieldbus-kabel
en ethernet-kabel moeten afgeschermde kabels zijn.
24
SP1
BK
N
BK
L
GN/YE
PE
GY
86
PK
85
GN
97
YE
98
Liquiline System CA80AM
1
2
Endress+Hauser
A0028925
A0028926