Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tracking; De Functie Tracking Starten; De Functie Tracking Stoppen; Navigatie - Garmin INREACH SE + Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor INREACH SE +:
Inhoudsopgave

Advertenties

Tracking

Met de functie Tracking wordt uw route vastgelegd. Als u
Tracking start, registreert uw toestel uw locatie en wordt de
routelijn op de kaart bijgewerkt op het ingestelde vastleginterval.
Uw toestel legt spoorpunten vast en verzendt deze via het
satellietnetwerk op het opgegeven verzendinterval. U kunt het
aantal verzonden spoorpunten bekijken, evenals de resterende
opslagruimte en de resterende tijd tot de opslagruimte vol is.
TIP: U kunt het vastleginterval en het verzendinterval
aanpassen om de levensduur van de batterij te optimaliseren
(Trackinginstellingen, pagina
OPMERKING: Als de opslagruimte vol is, worden oudere
spoorpunten overschreven en wordt er een minder
gedetailleerde routelijn bewaard.

De functie Tracking starten

1
Selecteer Volgen > Start.
2
Selecteer zo nodig Deel om een mededeling te verzenden
dat u aan uw reis bent begonnen.
Op uw MapShare webpagina worden uw routelijn en
spoorpunten weergegeven, zodat vrienden en familie uw reis
kunnen volgen.

De functie Tracking stoppen

Selecteer Volgen > Stop.

Navigatie

GPS-satellietsignalen ontvangen

Voordat u GPS-navigatiefuncties kunt gebruiken, moet u
satellietsignalen ontvangen.
Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS-
ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de
actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen
te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder
hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw
navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de
lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt
gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt,
kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
1
Het toestel inschakelen.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan tot 60 seconden duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
3
Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van
hoge gebouwen en bomen.

Routes

Een route bestaat uit een serie locaties op weg naar uw
eindbestemming. U kunt routes maken en opslaan op
inreach.garmin.com.
Een opgeslagen route navigeren
Als u begint met navigeren, wordt uw MapShare webpagina
bijgewerkt en kunnen uw vrienden en familieleden de route die u
volgt bekijken.
1
Selecteer Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeer.
Een route weergeven op de kaart
1
Selecteer Routes.
2
Selecteer een route.
4
6).
3
Selecteer
> Geef weer op kaart.
Een route omkeren
U kunt de begin- en eindpunten van uw route omwisselen om de
route in omgekeerde richting te volgen.
1
Selecteer Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer
> Keer route om.
Een route verwijderen
1
Selecteer Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer
> Wis.

Via-punten

Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Met via-punten kunt u markeren waar u bent, waar u naartoe
gaat of waar u bent geweest. Wanneer u een via-punt maakt of
wijzigt, wordt uw MapShare webpagina bijgewerkt.
Een via-punt maken
U kunt uw huidige locatie als via-punt opslaan.
1
Selecteer Via-punt. > Nieuw via-punt.
2
Bewerk zo nodig de via-puntgegevens.
Naar een via-punt navigeren
1
Selecteer Via-punt..
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer Navigeer.
Een via-punt bewerken
1
Selecteer Via-punt..
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer een item om te bewerken, bijvoorbeeld de naam.
4
Voer de nieuwe informatie in.
Een via-punt op de kaart weergeven
1
Selecteer Via-punt..
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer
> Geef weer op kaart.
Een via-punt verwijderen
1
Selecteer Via-punt..
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer
> Wis.

Kaart

Op de kaartpagina worden uw locatie, verzonden en ontvangen
berichten, via-punten en een gekleurde routelijn die uw
spoorpunten verbindt weergegeven. Op de inReach Explorer+
kaart worden straten, nuttige punten en topografische informatie
weergegeven.
U kunt de informatie die op de kaart wordt weergegeven
aanpassen
(Kaartinstellingen, pagina
Navigeren met de kaart
OPMERKING: Uw toestel gebruikt directe routes en maakt geen
routes op wegen.
1
Begin met navigeren naar een bestemming.
2
Selecteer Kaart.
geeft uw positie op de kaart aan. Uw route wordt
aangegeven met een gekleurde lijn.
3
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Selecteer
om verschillende gebieden weer te geven.
• Selecteer
en
om in en uit te zoomen op de kaart.
6).
Tracking

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Inreach explorer +

Inhoudsopgave