3. Algemeen
Als u het apparaat volgens de gebruiksaanwijzing inzet, zal het zonder storingen functioneren. Gebruikt u schoon-
maak- en onderhoudsproducten, die op de TW 411/TW 412 zijn afgestemd. Wij moeten vaak constateren, dat
storingen aan het apparaat en slechte werkresultaten te wijten zijn aan het gebruik van schoonmaak- en onderhouds-
middelen, die voor deze toepassing niet geschikt zijn.
Pakt u de TW 411 of TW 412 uit en vergelijkt u de verschillende onderdelen met de foto op de flap.
4. Bestemming
De TW 411/ TW 412 is in zijn basisversie bestemd voor gebruik als tapijtreiniger
Met behulp van speciale accessoires kunt u met de TW 411/ TW 412 bovendien:
beklede meubels diepreinigen (met de meubeladapter = accessoire)
-
-
harde vloeren nat schoonmaken (met de adapter voor harde vloeren = accessoire)
5. Ingebruikname / gebruik
Voordat u de TW 411 / TW 412 gebruikt:
planten en meubels uit de ruimte verwijderen
tapijten eerst zorgvuldig stofzuigen
grote vlekken met een vlekkenmiddel voorbehandelen.
Gebruikt u alleen schoonmaakmiddelen, die door de fabrikant worden aanbevolen. Deze producten zijn speciaal
voor de tapijtreiniging getest.
Montage en gebruik:
1.
Schoonwatertank (1) met warm water (maximaal 50º C) en schoonmaakmiddel tot ca. 5 cm onder de rand vullen. (Dosering
van het product volgens de gegevens op het etiket).
Attentie :
Als de bak te vol is, loopt de vuilwatertank over.
De vloeistof kan wegens zijn hoge temperatuur, de druk of de chemische samenstelling gevaarlijk zijn.
Als er schuim of vloeistof uit het apparaat ontwijkt, moet u het onmiddellijk uitschakelen!
2.
Bevestigt u de zuigslang (10) in de aansluiting op het apparaat (6).
3.
Drukt u de aansluitnippel op het uiteinde van de sproeislang (11) in de aansluitkoppeling op het apparaat (5).
4.
Doet u een beetje ontschuimingsmiddel (speciaal toebehoor) in de vuilwatertank. Dat voorkomt te sterke schuimvorming.
5.
Controleert u of de kap van de vuilwatertank (3) goed bevestigd is.
6.
Uiteinde van de zuigslang vast in de buis van de tapijtadapter steken; koppeling van de sproeislang vast in de nippel op de
hendelklep steken.
7.
Test u voor gebruik van het apparaat altijd, of het tapijt kleurecht is. giet u een beetje schoonmaakmiddel op een witte doek en
wrijft u daarmee op een onopvallende plek even over het tapijt. Als het tapijt niet kleurecht is, verkleurt de doek.
8.
Stappen bij sproei-extractie:
a.
Schakelaar rechts „Vacuüm" (13), dan schakelaar links „Pomp" (14) inschakelen
b.
Als u de hendelklep bedient, wordt er vloeistof (water met schoonmaakmiddel) in het tapijt gespoten
Het vuil in het tapijt wordt opgelost en naar de oppervlakte gespoeld. Via de zuigmond wordt het vuil
opgezogen.
c. Terwijl u de hendelklep bedient, trekt u de zuigmond gelijkmatig over het tapijt. Als u een baan hebt
afgewerkt, neemt u de zuigmond van het tapijt . De volgende baan verwerkt u met een overlapping
van ca. 2-3 cm.
d. Beweegt u de zuigmond langzaam voor een intensieve behandeling. Om de droogtijd te reduceren
zuigt u het tapijt nogmaals na zonder de hendelklep te bedienen.
e. Als er geen schoonmaakvloeistof meer uit de sproeikop komt, schakelt u het apparaat uit. Laat u het
vuile water via de afvoerslang (20) weglopen, vult u dan weer water en schoonmaakmiddel in de
schoonwatertank en werkt u verder.
NL