geactiveerd.
Als de automatische detectie van de
houders is gedeactiveerd is het
noodzakelijk om de zone handmatig te
activeren, wanneer er een houder op
de kookplaat is geplaatst.
Met de optie U7 kunt u de duur van het
geluidssignaal van de timer regelen op 3
niveaus:
• Waarde "0": duur geluidssignaal 120
seconden.
• Waarde "1": duur geluidssignaal 10
seconden.
• Waarde "2": geluidssignaal gedeactiveerd.
Het gebruikersmenu afsluiten
U kunt het gebruikersmenu op twee manieren
afsluiten:
1. Druk op de toets
worden niet opgeslagen en de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
Of
REINIGING EN ONDERHOUD
Reiniging van de kookplaat
Roosters van de kookplaat
Verwijder de roosters en reinig deze met behulp
van lauw water en een niet-schurend
reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle
afzettingen. Droog de roosters en plaats ze
weer op de kookplaat.
De roosters staan steeds in contact met
de vlam waardoor de glans van de
delen van het staal, die het meest de
warmte moeten verdragen, mettertijd
kan verdwijnen. Dit is een normaal
verschijnsel dat de functionaliteit van dit
onderdeel absoluut niet schaadt.
Vlamverdelers en deksels
De deksels en de vlamverdelers kunnen
verwijderd worden om de reiniging te
vergemakkelijken. Reinig deze delen met
behulp van heet water en een niet-schurend
reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle
afzettingen en wacht tot alles perfect droog is.
Monteer de vlamverdelers weer, en controleer
146 - REINIGING EN ONDERHOUD
. Alle wijzigingen
2. Houd de toets On/Off
seconden ingedrukt. De wijzigingen
worden opgeslagen en de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
Foutmeldingen
Bij storing of afwijkende werking, zal het display
een foutmelding met de bijbehorende foutcode
weergeven.
De foutcodes beginnen altijd met "E" of "Er"
gevolgd door een reeks cijfers (bijvoorbeeld
"Er47-30").
De volgende foutcodes:
• "E02"
• "E2"
• "Er21"
Geven een oververhitting van het toestel, of een
deel ervan, aan. In dit geval dient het toestel
onmiddellijk te worden uitgeschakeld en
moeten alle houders te worden verwijderd om
het toestel te laten afkoelen.
Indien deze foutmeldingen aanhouden, of als er
nieuwe fouten ontstaan, noteer de foutcode en
neem contact op met de technische dienst.
of ze correct gepositioneerd zijn in de zittingen
met de respectievelijke deksels.
Vonkontstekers en thermokoppels
Voor een goede werking moeten de
vonkontstekers en de thermokoppels steeds rein
gehouden worden. Controleer ze regelmatig,
en reinig ze indien nodig met een vochtige
doek. Eventuele droge resten moeten
verwijderd worden met een tandenstoker of met
een naald.
minimaal 2
91477A880/B