Inhoudsopgave
Advertenties
Inschakelen en meetmodus kiezen
Opmerking:
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme omgeving
condensvorming op de printplaat van het apparaat kan
ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet te voorkomen is,
vervalst de meting. Het display toont in dit geval geen of
verkeerde meetwaarden. Wacht enkele minuten, tot het
apparaat zich heeft ingesteld op de gewijzigde omstandigheden,
voordat u een meting uitvoert.
Ga als volgt te werk om te kiezen tussen meting via infrarood en
meting via temperatuurvoeler.
1. Druk op een willekeurige knop om het apparaat in te
schakelen.
2. Druk op de toets MEAS (6) om te kiezen tussen meting via
infrarood en meting via temperatuurvoeler.
ð Wordt het symbool voor de meting via de
temperatuurvoeler in de indicatie (13) getoond, dan is
deze meetmodus geselecteerd.
ð Wordt het symbool niet getoond, dan is de meetmodus
via infrarood geselecteerd.
Meting uitvoeren met infrarood
Info
Stoom en rook kunnen de meting beïnvloeden.
Info
Zorg dat het te meten oppervlak vrij is van stof, vuil, ijs
en dergelijke substanties.
Info
Om bij sterk reflecterende oppervlakken een
nauwkeuriger meetresultaat te bereiken, voorziet u het
van matte tape of matzwarte verf met een zo hoog
mogelijke en bekende emissiegraad.
Info
Houd rekening met de verhouding 20:1 voor de afstand
t.o.v. meetvlekdiameter. Hoe groter de afstand tot het
object, des te groter is de meetvlekdiameter en des te
onnauwkeuriger de meting.
1. Schakel het apparaat in en selecteer de meetmodus
Infrarood.
2. Richt het apparaat op het te meten object en houd de
meettoets (8) ingedrukt.
ð Op het display verschijnt de indicatie SCAN (21). Het
apparaat voert een meting uit.
ð De actuele meetwaarde wordt weergegeven.
6
3. Laat de meettoets (8) los.
ð Op het display verschijnt de indicatie HOLD (20). Het
apparaat stopt de meting.
ð De laatste gemeten meetwaarde wordt weergegeven.
Meting uitvoeren met temperatuurvoeler
1. Druk op de vergrendeling van de temperatuurvoeler (3) en
klap de temperatuurvoeler (4) uit.
2. Schuif de temperatuurvoeler (4) ca. 1 cm in het te meten
object.
3. Schakel het apparaat in en selecteer de meetmodus
Meting via temperatuurvoeler.
4. Druk op de toets MEAS (5).
ð De actuele meetwaarde wordt weergegeven.
Let op
De temperatuurvoeler is niet bedoeld als ijspriem en
mag nooit met geweld in bevroren meetobjecten
worden gestoken, om schade aan het apparaat te
vermijden.
Timer instellen
U kunt een timer instellen op het apparaat. Na het verstrijken
van de ingestelde tijd klinkt er 30 seconden een pieptoon.
Ga als volgt te werk om de timer in te stellen:
1. Druk op de toets TIMER (6) om in het timermenu te komen.
2. De timertijd wordt weergegeven.
3. Houd de toets TIMER (6) 2 seconden ingedrukt voor het
omschakelen tussen seconden, minuten en uren.
ð Het actueel geselecteerde tijdsformaat knippert.
4. Houd de toets SET (2) ingedrukt om de betreffende waarde
in te stellen.
5. Druk op de meettoets (8) om de timer te starten.
ð De timer start en blijft op de achtergrond actief, ook als
u naar een ander menu gaat of het apparaat zich
uitschakelt als het niet wordt gebruikt.
ð Na het verstrijken van de ingestelde tijd klinkt er
30 seconden een pieptoon. Druk op een willekeurige
knop om de pieptoon uit te schakelen.
Het apparaat schakelt uit als het ca. 20 seconden niet wordt
gebruikt.
Weergave eenheid °C / °F omschakelen
De temperatuur wordt vanuit de fabriek in °C weergegeven.
Ga als volgt te werk om de eenheid voor de temperatuur om te
schakelen bij het apparaat:
1. Druk op de toets SET (2) om de eenheid om te schakelen.
ð Op het display (1) wordt de actueel geselecteerde
eenheid °C of °F bij de indicatie
Temperatuureenheid (12) weergegeven.
voedselthermometer BP5F
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
