Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSAANWIJZING Stroboscoop PCE-LES 200
5.3 Gebruiksopmerkingen voor speciale functies
PULS μs / PULS deg
Inschakelduur van de flits. Met deze functie kan de inschakelduur van de flits worden ingesteld. Dit
beïnvloedt de helderheid en de scherpte van het waargenomen object. Deze instelling kan zowel in
absolute (microseconden) als relatieve vorm (graden) worden aangepast.
DELAY ms
Instelling van de vertragingstijd tussen het triggersignaal en de flits (in milliseconden). Met deze
waarde kan een vaste vertragingstijd tussen het triggersignaal en de flits worden ingesteld.
Voorbeeld: Het externe triggersignaal wordt aan een positie gekoppeld, die voor het gewenste
observatorium (= flitspositie van de stroboscoop) is. In zo'n geval zal de aangesloten stroboscoop
regelmatig te vroeg flitsen. Met DELAY ms kan de waarde ingesteld worden om de flits te vertragen.
PHASE deg
Instelling van de faseverschuiving (in graden, relatief tot de frequentie) tussen het triggersignaal en
de flits. Met deze waarde kan een vaste hoek tussen het triggersignaal en de flits ingesteld worden.
Voorbeeld: Het externe triggersignaal wordt aan een positie gegenereerd, die voor het gewenste
obervatorium (= flitspositie van de stroboscoop) ligt. In dat geval zal de aangesloten stroboscoop
regelmatig te vroeg flitsen. Met PHASE deg kan de vertraging zo ingesteld worden dat de
stroboscoop aan een ingestelde hoek verschoven positie flitst. Deze instelling is afhankelijk van het
actuele toerental. Daarmee kan ook bij wisselende toerentallen of bij een systeem start-up de
gewenste positie van de stroboscoop geactiveerd worden.
DIV (Impuls-verdeler)
Deze functie is enkel bij een extern triggersignaal actief. Met de impuls-verdeler kan een waarde x
ingesteld worden. Het externe triggersignaal wordt dan door deze waarde gedeeld.
Voorbeeld: Een externe trigger (bijv. toerentalsensor), dat een tandwieltand test, levert bij elke tand
een signaal. Bij DIV-waarde = 10 wordt bij elke 10. signaal geflitst.
OPT
Randselectie van het triggersignaal. 0 = positieve flank, 1 = negatieve flank. Met deze optie kan de
polariteit van het triggersignaal worden gedefinieerd.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
