Gebruiksaanwijzing
MC 785-DF-4
6.
Voeler calibratie
Met de parameters P14, P15, P16 en P17 kunnen de voelers worden gecalibreerd. Wijst een voeler
bijvoorbeeld 0,2° C te veel aan, dan moet de bijbehorende offset-parameter op -0,2° C worden
ingesteld.
7.
Alarmeringen
Het alarm relais is in rust opgetrokken en valt bij een alarm af. Hierdoor wordt ook alarm gegeven als
de voedingsspanning wegvalt. Tijdens alarm knippert de alarm LED op het front. Afhankelijk van de
Interne Parameters zal de regeling stoppen of doorgaan.
Een alarm kan veroorzaakt worden door:
- Geen regelvoeler aanwezig (F1)
- Voeler defect (E1, E2, E3 of E4).
- De alarm voeler geeft een minimum of maximum alarm (LO of HI).
- Externe alarmingang (EC).
Door op de SET toets te drukken wordt het alarm relais gereset. De foutmelding blijft gedurende de
fout in het display knipperen. Ook zal de alarm LED blijven knipperen.
Temperatuur alarm: LO = Minimum alarm
Geen regelvoeler:
Voeler storing:
Document nr. : 980071
Klant : Algemeen
HI = Maximum alarm
F1 = Geen regelvoeler aanwezig
E1 = Voeler 1 defect
E2 = Voeler 2 defect
E3 = Voeler 3 defect
E4 = Voeler 4 defect
EC = Extern ingangscontact als alarm aktief
Versie : V1.0
Pagina : 11 van 14