Bediening
Opmerkingen:
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait permanent, tot het uitschakelen van
het apparaat.
Bedieningselementen
9
4HRS
HIGH
21
2HRS
LOW
TIMER
FAN
SPEED
20
18
19
Nr. Aanduiding
Betekenis
9
Toets plus
Waarde voor de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid verhogen
binnen een bereik van 35% tot 80%
10 Segmentweergave Toont de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid
Toont bij het instellen de gewenste
relatieve ruimteluchtvochtigheid
11 Toets min
Waarde voor de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid verlagen
binnen een bereik van 35% tot 80%
12 LED TANK FULL
Brandt rood bij vol of niet correct
geplaatst condensreservoir
13 LED CONTINUOUS
Brandt groen bij geactiveerd
continubedrijf
14 LED FILTER RESET Brandt na 250 bedrijfsuren, als
herinnering voor een filterreiniging
15 Toets FILTER
Reset de LED FILTER RESET
16 Toets ON/OFF
Apparaat in-, resp. uitschakelen
17 LED POWER
Brandt groen bij ingeschakeld
apparaat
18 Toets FAN SPEED
Ventilatorsnelheid instellen
19 Indicatie ventilator-
HIGH: hoge ventilatorsnelheid
snelheid
(wasdroogfunctie)
LOW: lage ventilatorsnelheid
NL
10
11
TANK FULL
CONTINUOUS
13
POWER
FILTER RESET
FILTER
ON
OFF
17
16
15
Nr. Aanduiding
20 Toets TIMER
21 Indicatie timer
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de toets ON/OFF (16).
ð Het apparaat start met de Ontvochtiging.
Bedrijfsmodi instellen
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
U kunt de gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid op ieder
12
moment wijzigen.
1. Druk op de toetsen plus (9) of min (11), om de gewenste
relatieve ruimteluchtvochtigheid in te stellen. Het
instelbereik ligt tussen 35% en 80%.
ð De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid wordt ca.
14
5 s op de segmentweergave (10) weergegeven, daarna
wordt de actuele relatieve ruimteluchtvochtigheid
weergegeven.
Ventilatorsnelheid instellen
U kunt op ieder moment kiezen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid (wasdroogfunctie).
1. Druk op de toets FAN SPEED (18), voor het kiezen van de
lage of de hoge ventilatorsnelheid (wasdroogfunctie).
ð De gekozen ventilatorsnelheid wordt door de indicatie
ventilatorsnelheid (19) weergegeven.
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Daarna schakelt de compressor uit en
draait de ventilator door. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, schakelt de compressor
weer in.
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan op ieder
moment worden ingesteld, het instelbereik ligt tussen 35% en
80%.
U kunt op ieder moment kiezen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid (wasdroogfunctie).
luchtontvochtiger TTK 40 E
Betekenis
Timer activeren (2 of 4 uur)
Toont het aantal uren voor de timer
(2 tot 4 uur)
6