• Niveau 1 en 2worden alleen op het batterijsterktescherm getoond. Niveau 3
en 4 worden in alle functies getoond.
• De knipperende oplaadindicator bij niveau 3 geeft aan dat de batterijsterkte
erg laag is en blootstelling aan direct licht zo snel mogelijk nodig is om de
batterij op te laden.
• Als de batterijsterkte niveau 3 bereikt, verplaatsen de analoge wijzers
automatisch naar de 12-uur-positie. Laad de batterij zo snel mogelijk op.
Alle digitale-schermen-indicatoren knipperen als de analoge wijzers zich
verplaatsen.
• Als de batterijsterkte op niveau 3 is, is de kalibratiesignaalontvangst buiten
gebruik.
• Bij niveau 4 zijn alle functies buiten gebruik en keren de instellingen terug
naar de fabrieksmatige instellingen. De functies zijn weer in gebruik nadat
de oplaadbare batterij is opgeladen, maar u dient de digitale tijd en datum
weer in te stellen nadat de batterij niveau 3 vanaf niveau 4 bereikt. U kunt
geen andere instellingen maken totdat de batterij niveau 2 bereikt nadat
deze naar niveau 4 gedaald was.
• De displayindicatoren verschijnen weer als de batterij van niveau 4 naar
niveau 3 is opgeladen.
• Als de analoge en digitale tijd niet overeenkomen nadat het horloge vanaf
niveau 3 of 4 naar niveau 2 herstelt, pas de instelling van de analoge
wijzers dan zo aan zodat deze met de digitale tijd overeenkomt.
• Als u het horloge aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron
blootgesteld laat, kan op het digitale display voor de batterijsterkte-
indicator tijdelijk een hogere waarde dan de werkelijke sterkte getoond
worden. De correcte batterijsterkte-indicator dient na enkele minuten
getoond te worden.
Herstelindicator
Als u de verlichting of alarmen een aantal keer
gedurende een korte periode gebruikt, verschijnt de
herstelindicator (R) op het display en zijn de
volgende bedieningen buiten gebruik totdat de
batterijsterkte herstelt.
Verlichting; Signaaltoon; Synchronisatie digitale en analoge tijd;
Tijdkalibratie-signaalontvangst
Na enige tijd zal de batterijsterkte zich herstellen en de herstelindicator
verdwijnen, wat laat zien dat de bovenstaande functies weer toegankelijk
zijn.
• Als de batterijsterkte naar niveau 3 daalt terwijl de herstelindicator op het
display getoond wordt, zal op het batterijsterktescherm
worden. Laad de batterij zo snel mogelijk op.
• Als de herstelindicator veelvuldig verschijnt, betekent dit dat de resterende
batterijsterkte laag is. Stel het horloge bloot aan helder licht om deze op te
laden.
Oplaad voorzorgsmaatregelen
Bepaalde oplaadomstandigheden kunnen ertoe leiden dat het horloge erg
warm wordt. Vermijd het horloge op de hieronder beschreven plekken te laten
als de oplaadbare batterij wordt opgeladen. Let er ook op dat als u het horloge
erg heet laat worden dit ertoe kan leiden dat het display wordt uitgeschakeld.
Het display dient weer normaal te worden als het horloge naar een lagere
temperatuur terugkeert.
Waarschuwing!
Als u het horloge aan direct zonlicht blootgesteld laat om de oplaadbare
batterij op te laden, kan het erg warm worden. Let op bij het aanraken
van het horloge om persoonlijke verwonding te voorkomen. Het horloge
kan met name heet worden als het voor een lange tijd aan de volgende
condities wordt blootgesteld.
• Op het dashboard van een auto die in direct zonlicht is geparkeerd.
• Te dicht bij een gloeilamp.
• Direct zonlicht
Oplaadgids
Na een volledige oplading, blijft de tijdfunctie gedurende circa 9 maanden
toegankelijk.
• De volgende tabel toont de benodigde hoeveelheid tijd waarin het horloge
elke dag aan licht blootgesteld dient te worden om de normale dagelijkse
bedieningen uit te kunnen voeren.
• Onder normale dagelijkse omstandigheden wordt volstaan:
• Het horloge wordt niet aan licht blootgesteld
• Display aan 18 uur per dag, slaapstand 6 uur per dag
• 1 achtergrondverlichtingsbediening (1,5 seconde) per dag
• 10 seconden alarmbediening per dag
• 4 signaalontvangsten per dag
• Veelvuldig opladen bevordert een stabiel functioneren van het horloge.
Hersteltijden
De tabel hieronder toont de benodigde hoeveelheid blootstelling om de
batterijen naar een niveau hoger te brengen.
• Bovenstaande blootstellingstijden dienen uitsluitend als referentie. Actueel
benodigde blootstellingstijden hangen af van de verlichtingsomstandig-
heden.
REFERENTIE
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de
bediening van het horloge. Het bevat ook belangrijk voorzorgsmaatregelen en
noten over de verschillende kenmerken en functies van dit horloge.
Energiespaarfunctie
Indien ingeschakeld, zet de energiespaarfunctie het horloge automatisch in
een slaapstand als het gedurende een bepaalde tijd op een donkere plek wordt
aangegeven
bewaard. De tabel hieronder toont hoe de functies van het horloge worden
beïnvloed door de energiespaarfunctie.
• Er zijn twee slaapstandniveau's: 'display-slaapstand' en 'functie-
slaapstand'.
• Als u het horloge aan de binnenzijde van uw mouw of kleding draagt, kan
de slaapstand worden geactiveerd.
• Het horloge zal tussen 6:00 AM en 10:59 PM niet naar de slaapstand gaan.
Als het horloge al in de slaapstand is als de tijd 6 uur 's ochtends bereikt,
zal deze in de slaapstand blijven.
• De analoge wijzers verplaatsen naar de 12-uur-positie als het horloge de
functie-slaapstand bereikt. Als de analoge en digitale tijd niet
overeenkomen nadat het horloge uit de functie-slaapstand gaat, pas de
analoge wijzerinstelling dan zo aan dat deze overeenkomt met de digitale
tijd.
• Het horloge zal niet naar de slaapstand gaan als het in de stopwatchfunctie
is.
Van de slaapstand herstellen
Voer een van de volgende bedieningen uit.
• Ga met het horloge naar een goed verlichte plek. Het kan twee seconden
duren voordat het display inschakelt.
• Druk op een willekeurige knop.
• Draai het horloge naar uw gezicht om deze af te lezen.
3364/3365-6