9
Gebruik de cursortoetsen en ENTER om de beveiligingssleutel in
te voeren.
Voer een tekenreeks van 8 of 63 tekens in, of 64 hexadecimale cijfers.
Wanneer het invoeren van de sleutel voltooid is, selecteert u "OK" om
terug te keren naar het vorige scherm.
Opmerking
Voordat u overgaat tot de volgende stap, schrijf de volgende informatie op. Deze informatie zal
nodig zijn om de Wi-Fi-instelling van een mobiel apparaat te configureren.
▪ De SSID weergegeven op het tv-scherm
▪ De beveiligingssleutel die u net ingevoerd hebt
10
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om "Save" te selecteren en druk
op ENTER om de instelling op te slaan.
Hiermee is de instelling voltooid en op het tv-scherm verschijnt
"Completed".
Configureer vervolgens de Wi-Fi-instelling van een mobiel apparaat.
11
Configureer de Wi-Fi-instellingen van een mobiel apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het mobiele apparaat voor details over de
instellingen van het mobiele apparaat.
1
Activeer de Wi-Fi-functie op het mobiele apparaat.
2
Selecteer de SSID die werd weergegeven in stap 9 van de lijst van de
beschikbare toegangspunten.
3
Wanneer u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer dan de
beveiligingssleutel in die in stap 9 werd weergegeven.
12
Druk op SETUP om het menu te sluiten.
46
Nl