Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningspaneel
Tabel
4
geeft een overzicht van de functies van de knoppen op het bedieningspaneel.
Beschrijving
Voeding
Detectienauwkeurigheid
Meeteenheden voor
detectie
Volume pieptoon
Hellingsindicator-LED's
Tabel 4. Bedieningspaneel
Druk eenmaal op
om het product in te schakelen.
Houd
≥2 seconden ingedrukt om het product uit te schakelen.
Druk eenmaal op
om de huidige detectienauwkeurigheid en meeteenheden
weer te geven.
Druk tweemaal snel achter elkaar op
wijzigen. Zie voor de beschikbare opties Detectienauwkeurigheid.
De numerieke waarde van de detectienauwkeurigheid en de meeteenheden
worden kort bovenaan op het display weergegeven.
Druk tegelijkertijd op
beschikbare opties Detectienauwkeurigheid.
De numerieke waarde van de detectienauwkeurigheid en de meeteenheid worden
kort bovenaan op het display weergegeven.
Druk wanneer het product is ingeschakeld op
te selecteren. U kunt kiezen uit Low (laag), Hi (hoog) of OFF (uit).
Bovenaan op het display wordt kort het volume weergegeven.
Onderaan op het display wordt
pieper wordt ingesteld op Low (laag) of Hi (hoog).
≥2 seconden ingedrukt om de hellingsindicatielampjes in of uit te
Houd
schakelen.
Alle drie hellingsindicatielampjes knipperen kort.
Met de hellingsindicatielampjes ingeschakeld, gebeurt het volgende wanneer het
laserontvangstvenster een laserstraal detecteert:
De bovenste LED licht op wanneer de detector te hoog is en moet worden
verlaagd.
De onderste LED licht op wanneer de detector te laag is en moet worden
verhoogd.
De middelste LED licht op wanneer de detector op het juiste niveau is.
Functie
om de detectienauwkeurigheid te
en
om de meeteenheden te wijzigen. Zie voor de
weergegeven wanneer het volume van de
Laser Detectors
Productkenmerken
om het volume van de pieptoon
5
Advertenties
Inhoudsopgave
