MPX6/MPX8/MPX12/MPX16 - Orkestmengpaneel met multimediaspeler en multi-effect
Mono-kanalen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
MIC/LINE-versterkingspotentiometers
Met deze bedieningsknoppen kunt u het invoerniveau op elk kanaal aanpassen. Het
aanpassen van het invoerniveau is cruciaal om een perfecte geluidskwaliteit te produceren.
Hoge invoerniveaus kunnen geluidsvervormingen veroorzaken die uw versterkers en
luidsprekers kunnen beschadigen.
2
COMPRESSOR-instelling
Hiermee past u de kanaalcompressie aan. Draai rechtsom om de compressieverhouding te
verhogen en de versterking past zich automatisch aan.
3
HPF-knop
Hiermee schakelt u de HPF in/uit met 18 dB/octaaf om het 80 Hz LF-filter te activeren. U
kunt het ook gebruiken om bromgeluid of microfoonruis te verminderen.
4
Egalisatie
Elk kanaal heeft een tweeweg-equalizer. Deze bedieningsknoppen kunnen de lage
frequenties (LOW) of de hoge tonen (HIGH) van het uitvoersignaal verhogen of verlagen.
- HIGH (hoge frequentieregeling): Hiermee kunt u het volume van de hoge tonen aanpassen
van +15 naar -15 dB bij 12 kHz. Draai rechtsom om het volume te verhogen en linksom om
het volume te verlagen.
- MID (middenfrequentieregeling): Hiermee kunt u het volume van de middentonen
aanpassen van +15 naar -15 dB bij 2,5 kHz. Draai rechtsom om het volume te verhogen en
linksom om het volume te verlagen.
- LOW (lage frequentieregeling): Hiermee kunt u het volume van de lage tonen aanpassen
van +15 naar -15 dB bij 45 Hz. Draai rechtsom om het volume te verhogen en linksom om
het volume te verlagen.
Opgelet: Deze instellingen kunnen het niveau waarop het signaal wordt afgekapt, beïnvloeden.
5
AUX1- en AUX2-instellingen
Met deze knoppen past u het signaalniveau van elk kanaal aan dat naar de AUX-bus wordt
verzonden.
Alleen de MPX16-console is uitgerust met twee AUX-uitgangen.
6
FX-instelling
Deze instelling wordt gebruikt om de hoeveelheid effect die het kanaal in wordt gestuurd aan
te passen.
7
PAN-instelling
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid signaal aanpassen die naar de rechter- of
linkerkant van de masteruitgang wordt verzonden.
8
PFL-knop (uitsluitend MPX16)
Hiermee kunt u een of meer kanalen in de bewakingsbus beluisteren en isoleren en niet in de
hoofduitgang van de mixer. De positie van de fader heeft geen effect op de PFL.
9
PEAK-LED
Deze LED licht op wanneer het niveau is bereikt waarop het multi-effect wordt afgekapt.
10
MUTE-knop
Hiermee kunt u het geluid van het kanaal dempen. Als de track wordt gestopt, licht de LED
bij MUTE op.
11
Niveaupotentiometer
Dit past het niveau van het kanaalsignaal aan dat naar de hoofdmixuitgang wordt gestuurd.
Opmerking: zet ongebruikte faders in de laagste positie.
Nederlands
Pagina 7