NL
-
controleer of de batterij in goede conditie is en geen
tekenen van beschadiging vertoont. Gebruik de machine
niet met een beschadigde of versleten batterij;
-
volg voor het opladen de aanwijzingen in het hoofdstuk
"Opladen van de batterij".
OPMERKING - De afbeeldingen waarnaar verwezen wordt
in de tekst bevinden zich op pag.3 e.v. in deze handleiding.
5.2 CONTROLE VAN DE TOESTAND VAN DE BATTERIJ (Afb.1)
Om de oplaadtoestand van de batterij (A) te controleren, drukt
op het knopje (B) dat 4 leds (C) activeert. De betekenis hiervan
is als volgt:
4 leds branden = Autonomie = 4/4
3 leds branden = Autonomie = 3/4
2 leds branden = Autonomie = 2/4
1 led brandt = Autonomie = 1/4
1 knipperende led = lege batterij
4 knipperende leds = te hoge temperatuur
5.3 OPLADEN VAN DE BATTERIJ (Afb.2)
VOORZICHTIG: Verzeker u ervan dat de netspanning van het
stopcontact overeenkomt met de spanning die staat
aangegeven op het etiket van de batterijoplader.
Om de batterij (A) uit de machine te verwijderen, druk op de
twee knoppen (B) en haal de batterij (A) weg.
Om de batterij op te laden:
-
sluit de batterijoplader (C) aan op een stopcontact; de
aanwezigheid van spanning wordt gesignaleerd doordat
het rode lampje (D) brandt.
-
plaats de batterij (A) in de zitting van de batterijoplader (C)
door hem helemaal naar binnen te duwen. Het opladen
van een geheel lege batterij duurt ongeveer 113 minuten
(2,5 Ah) en 225 minuten (5 Ah).
De oplaadfasen worden aangegeven door het lampje (D):
-
batterijoplader aangesloten = lampje brandt rood.
-
batterij geplaatst en opladen bezig = lampje knippert groen.
-
batterij opladen voltooid = lampje brandt groen.
-
kortsluiting = rood lampje knippert snel
-
te hoge temperatuur = rood lampje knippert langzaam
Opladen ten einde:
-
haal de batterij (A) uit de batterijoplader (C) en breng hem
aan op de machine;
-
trek de stekker van de batterijoplader (C) uit het
stopcontact.
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
6.1 STARTEN VAN DE MACHINE (Afb.3)
Plaats de batterij (A) in zijn behuizing alvorens de machine te
starten.
Om de machine te starten:
-
Pak de machine stevig met één hand vast.
-
Schakel de hendel van de schakelaar (C) in en draai de
regelaar (D) vooruit en achteruit om het vermogen van de
uitgaande luchtstroom te regelen.
10
6.2 STOPPEN VAN DE MACHINE (Afb.3)
Om de machine te stoppen:
-
Laat de hendel van de schakelaar (C) los.
-
Druk op de twee knoppen (B) om de batterij (A) weg te
halen.
7. BEDRIJFSWIJZEN EN WERKTECHNIEKEN
LET OP! Voor uw eigen veiligheid en die van anderen:
1) gebruik de machine niet voordat u eerst de
gebruiksaanwijzingen aandachtig hebt doorgelezen.
Leer de bedieningselementen en het juiste gebruik van
de machine kennen. Leer hoe u de motor snel kunt
stoppen.
2) R e s t r i s i c o ' s
–
veiligheidsvoorschriften wordt voldaan, kunnen er nog
enkele risico's blijven bestaan:
Wegslingeren van splinters die de ogen kunnen
-
verwonden.
3) Denk eraan dat de bediener of de gebruiker
verantwoordelijk is voor ongevallen en onverwachte
gebeurtenissen die worden veroorzaakt ten aanzien
van derden of hun bezittingen.
4) Draag geschikte kleding tijdens het werken. Uw dealer
kan u alle informatie leveren over de meest geschikte
materialen voor ongevallenpreventie, om de veiligheid
op het werk te waarborgen.
5) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
6) Inspecteer het hele werkgebied en verwijder alles wat
door de machine zou kunnen worden weggeslingerd
(takken, ijzerdraad, verborgen kabels enz.).
7) Stop de motor en haal de batterij uit zijn behuizing:
-
als de machine abnormaal begint te trillen; spoor
onmiddellijk de oorzaak van de trillingen op en
laat de nodige controles uitvoeren bij een erkend
assistentiecentrum;
-
telkens wanneer de machine onbewaakt
achtergelaten wordt;
alvorens de machine te controleren, reinigen of er
-
werkzaamheden op te verrichten;
na een vreemd voorwerp te hebben geraakt.
-
Controleer of er eventuele schade is en voer de
noodzakelijke reparaties uit alvorens de machine
weer in gebruik te nemen;
-
wanneer de machine niet wordt gebruikt.
VOORZICHTIG: Denk er altijd aan dat een onjuist gebruikte
elektrische bladblazer een probleem kan zijn voor anderen.Uit
respect voor anderen en het milieu:
-
Gebruik de machine niet op plaatsen en tijdstippen
waarop u anderen stoort.
-
Volg de plaatselijke voorschriften voor de verwerking van
het afval nauwgezet op.
-
Om brandgevaar te vermijden mag u de machine nooit
met warme motor tussen bladeren of droog gras laten.
-
Volg nauwgezet de plaatselijke regels inzake de
verwerking van versleten onderdelen of elk ander element
met een sterke impact op het milieu op.
LET OP! Langdurige blootstelling aan trillingen kan
neurovasculair letsel en stoornissen veroorzaken (ook bekend
o o k
a l s
e r
a a n
a l l e