6.3 Bevestigen van stokschroeven
Aan de hand van de plaats van de zonnepanelen op het dak bepaalt u de positie van de stokschroeven.
Verdeel de stokschroeven evenredig in de lijn waar de vertikale montagerails komt. De stokschroeven mogen maximaal
1,5 m uit elkaar geplaatst worden. (Zie calculator voor afstand) Zorg ervoor dat de stokschroeven altijd in de bolling van de
golfplaat en in een gording bevestigd worden.
Teken met krijt of stift de plaats af op het golfplaten dak waar de stokschroeven dienen te komen. (t.p.v. gording)
Monteer de stokschroef op de bolling van de golfplaat. Gebruik bij voorkeur het schroefgat waar de golfplaat mee is
vastgeschroefd aan de gording. Verwijder deze schroef en plaats de stokschroef in het schroefgat. Als het bestaande
schroefgat niet gebruikt kan worden omdat deze op de verkeerde plek zit moet er een nieuw gat geboord worden in de
golfplaat op de bolling op de gewenste locatie. Gebruik hiervoor een boor van 12,5mm, boor vervolgens de gording voor
met een lange boor van 5mm*. Schroef vervolgend de stokschroef in de gording (eventueel met elektrische slagratel).
Let op dat de stokschroef voldoende diep (minimaal 5cm) en recht in de gording wordt geschroefd. Draai nu de moer
boven het afdichtingsrubber aan totdat het rubber vervormd en het schroefgat netjes wordt afgedicht. Zorg ervoor dat de
stokschroeven onderling uitgelijnd zijn.
*Bij het toepassen van de stokschroef M12 moet het gat in de golfplaat 14,5mm zijn en de gording worden voorgeboord
met een lange boor van 7 mm.
** Bij het toepassen van de stokschroef voor stalen gordingen moet de gording worden voorgeboord aan de hand van de
tabel in de bijlage op pagina 13.
1
max. 1,5 m
max. 1,5 m
Rev. 23.10.13
2
HANDLEIDING MONTAGESYSTEEM VOOR GOLFPLATENDAK
Zie calculator
6
5
3 4
2
1
(2x)
08