13. Verwijder de doorvoertules waarmee de systeemventilator is bevestigd, til de ventilator omhoog en verwijder hem
uit de ventilatoreenheid.
De systeemventilator plaatsen
1.
Draai de doorvoertules aan waarmee de systeemventilator aan de systeemventilatormodule is bevestigd.
2.
Sluit de kabel van de systeemventilator aan op de systeemventilatormodule.
3.
Plaats de schroeven waarmee de systeemventilatormodule aan het chassis is bevestigd.
4.
Sluit de kabels van de systeemventilator aan op de connectoren op het moederbord.
5.
Leid de kabels van de systeemventilator door de opening in de systeemventilatormodule naar buiten, in de richting
van het moederbord.
6.
Schuif het grotere luchtkanaal omlaag in de retentlielipjes totdat het aan de systeemventilatormodule is bevestigd.
7.
Schuif het kleinere luchtkanaal omlaag in de retentlielipjes totdat het aan de systeemventilatormodule is bevestigd.
8.
Plaats de schroeven waarmee de optische-stationbracket is bevestigd aan het chassis.
9.
Plaats:
a. luchttunnel (indien beschikbaar)
b. optisch station
c. linker paneel
10. Volg de procedures in
Het I/O-paneel en de USB 3.0-poorten verwijderen
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder:
a. linker paneel
b. voorpaneel
nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht .
voordat u werkzaamheden in de computer verricht .
31