1.4.1.2. Gedeeltelijk inschakelen.
Verifieer of alle ramen en deuren gesloten zijn. Voer uw code in en bevestig
met V. Druk nogmaals op V gevolgd door 1 2 of 3 • Verlaat het
pand of ga naar de onbeveiligde ruimtes zoals uw installateur heeft
aangeduid.
Het indrukken van:
• 1 zal alle zones geprogrammeerd onder deel of deel 1 overbruggen.
• 2 zal alle zones geprogrammeerd onder deel of deel 2 overbruggen.
• 3 zal alle zones geprogrammeerd onder deel of deel 1 of deel 2 over
bruggen.
Andere inschakelmethodes zoals de 2 ! - toetsen enz. zijn mogelijk. Bespreek
dit met uw installateur.
1.4.2. Uitschakelen
1 .4.2. l .
Bij het binnenkomen
Voer uw code in en het systeem zal uitschakelen.
1.4.2.2.
Bij alarm
Voer uw code in en het systeem zal uitschakelen. De sirene stopt met loeien.
Druk vervolgens op de V -toets of consulteer het geheugen om de oorzaak
van het alarm te achterhalen. Het alarmdisplay zal bij een volgende
inschakeling gereset worden.