Inhoudsopgave
Advertenties
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
Bediening
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch, tot
uitschakeling door de vlotter van het gevulde
condensreservoir.
• Vermijd open deuren en ramen.
Bedieningselementen
8
9
FULL
POWER
ION
POWER
ION
16
17
Nr.
Bedieningselement
8
FULL:
Condensreservoir-controlelampje, brandt als het
condensreservoir vol is.
POWER:
Brandt, als het apparaat is ingeschakeld.
9
ION:
Brandt, als het ionisatiebedrijf is geactiveerd.
10
WIDE:
Brandt, als de luchtgeleidingsklep volledig van onder
naar boven wordt gezwenkt.
BELOW:
Brandt, als de luchtgeleidingsklep alleen binnen het
onderste hoekbereik wordt gezwenkt.
UPPER:
Brandt, als de luchtgeleidingsklep alleen binnen het
bovenste hoekbereik wordt gezwenkt.
11
Eén van de indicaties gaat branden, als met de toets
TIMER de uitschakeltimer is geactiveerd (1 = één uur,
2 = twee uur, 4 = vier uur, 8 = acht uur).
12
De betreffende indicatie voor de gekozen bedrijfsmodus
brandt.
AUTO: Normaal bedrijf
CONT: Continubedrijf
DRY: Spaarbedrijf
MUTE: Geluidsarme bedrijfsmodus
13
Toets voor het kiezen van de bedrijfsmodus
NL
10
11
12
1
AUTO
2
WIDE
CONT
4
BELOW
DRY
UPPER
8
MUTE
SWING
TIMER
SELECT
15
14
13
Bedieningshandleiding – luchtontvochtiger TTR 55 E
Nr.
Bedieningselement
14
Toets voor het activeren en instellen van de
uitschakeltimer
15
Toets voor het instellen van de luchtgeleidingsklep
16
Toets voor het activeren ven de ionisatiefunctie
17
POWER-toets, schakelt het apparaat aan of uit.
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de Power-toets (17).
2. Controleer of het condensreservoir-controlelampje (8) uit
is.
3. Kies met de toets (13) de gewenste bedrijfsmodus.
Info
Wordt de instelwaarde voor de luchtvochtigheid niet
bereikt binnen 24 uur, schakelt het apparaat –
onafhankelijk van de bedrijfsmodus – automatisch uit.
Het apparaat wordt ook uitgeschakeld, als de
instelwaarde weliswaar kort is bereikt, maar de
verwarming niet voldoende heeft kunnen afkoelen. De
verwarming heeft na het bereiken van de instelwaarde
een bepaalde tijd (ca. 6 min) nodig om af te koelen.
Wordt de instelwaarde binnen 24 uur bereikt en heeft
de verwarming steeds voldoende tijd om af te koelen,
kan het apparaat ook weken in bedrijf blijven.
Bedrijfsmodus normaal bedrijf (AUTO)
Het apparaat regelt de ontvochtigingscapaciteit afhankelijk van
de ruimteluchtvochtigheid en ventilatorsnelheid:
• Boven een ruimteluchtvochtigheid van 70 % werkt de
verwarming met het maximale vermogen en de ventilator
met de hoogste snelheid.
• Ligt de ruimteluchtvochtigheid tussen 50 % en 70 %,
werkt de verwarming met een lager vermogen en de
ventilator met de middelste snelheid.
• Onder 50 % ruimteluchtvochtigheid is de verwarming
uitgeschakeld en werkt de ventilator met de laagste
snelheid.
Start het normaal bedrijf als volgt:
1. Druk herhaaldelijk op de toets voor het kiezen van de
bedrijfsmodus (13), tot het controlelampje AUTO (12)
brandt.
6
Advertenties
Inhoudsopgave
