Voor gebruikers van het draadloze netwerk
De Brother-machine aansluiten op het draadloze netwerk
13
De draadloze instellingen
configureren (normale
draadloze configuratie in
infrastructuurmodus)
a
Druk op Menu op de machine.
Druk op a of b om Netwerk te selecteren en
druk op OK.
Druk op a of b om WLAN te selecteren en druk
op OK.
Druk op a of b om Inst. Wizard te
selecteren en druk op OK.
Wanneer Netwerk I/F draadloos wordt
weergegeven, drukt u op OK om de instelling
te accepteren.
Hierdoor wordt de Setup Wizard voor
draadloze apparaten gestart.
Om te annuleren, drukt u op Wis/Terug.
b
De machine zoekt naar beschikbare SSID's.
Als een lijst met SSID's wordt weergegeven,
drukt op a of b om de SSID die u in stap 12 op
pagina 25 hebt genoteerd te selecteren en
drukt u vervolgens op OK. Ga naar f.
Opmerking
Het duurt een paar seconden voordat de lijst met
beschikbare SSID's wordt weergegeven.
Als uw toegangspunt is ingesteld om de SSID
niet te verzenden, moet u de SSID-naam
handmatig toevoegen. Ga naar c.
c
Druk op a of b om <Nieuwe SSID> te
selecteren en druk op OK. Ga naar d.
d
Gebruik de toetsen a of b om de letters of
cijfers van de in stap 12 op pagina 25
genoteerde SSID in te voeren.
Met de toetsen d en c kunt u de cursor naar
links en rechts verplaatsen. Om bijvoorbeeld
de letter a in te voeren, drukt u eenmaal op a.
Om het cijfer 3 in te voeren, houdt u de toets a
ingedrukt tot de 3 verschijnt.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens
speciale tekens.
(Zie Tekst invoeren voor draadloze instellingen
op pagina 41 voor meer informatie.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt
ingevoerd.
26
e
Druk op a of b om Infrastructuur te kiezen
en druk vervolgens op OK.
f
Gebruik de toetsen a, b en OK om een van de
onderstaande opties te kiezen. Hierbij dient u
rekening te houden met de verificatie- en
versleutelingsinstellingen van uw netwerk.
Geen verificatie of versleuteling:
Kies Open Systeem, druk op OK, kies
vervolgens Geen voor Type codering?
en druk op OK. Druk daarna op
de instellingen toe te passen. Ga naar i.
Geen verificatie met WEP-versleuteling:
Kies Open Systeem, druk op OK, gebruik
de toets a of b om WEP te selecteren voor
Type codering? en druk op OK.
Ga naar g.
Verificatie met WEP-versleuteling:
Kies Gedeelde sleutel en druk op OK.
Ga naar g.
Verificatie met WPA/WPA2-PSK (TKIP of
AES)-versleuteling:
Kies WPA/WPA2-PSK en druk op OK.
Ga naar h.
g
Druk op a of b om het juiste toetsnummer te
selecteren en druk op OK. Gebruik de toetsen
a of b om de letters of cijfers van de in stap 12
op pagina 25 genoteerde WEP-sleutel in te
voeren.
Met de toetsen d en c kunt u de cursor naar
links en rechts verplaatsen. Om bijvoorbeeld
de letter a in te voeren, drukt u eenmaal op a.
Om het cijfer 3 in te voeren, houdt u de toets a
ingedrukt tot de 3 verschijnt.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens
speciale tekens.
(Zie Tekst invoeren voor draadloze instellingen
op pagina 41 voor meer informatie.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt
ingevoerd en druk op
toe te passen. Ga naar i.
Ja om
Ja om de instellingen