Inhoudsopgave
Advertenties
De boorgaten aftekenen
De afzuigkap zelf wordt aan een muurhaak opgehangen en bovendien met vier
borgschroeven bevestigd.
=
Opgelet! De muurbevestiging moet met een waterpas uitgelijnd worden.
De correcte uitlijning van de afzuigkap is alleen mogelijk als deze stap in
de montage exact wordt uitgevoerd.
– Teken m.b.v. een schietlood het midden boven het kookvlak in het later niet
meer zichtbaar gedeelte van de muur.
– Lijn de boormal met een waterpas in het midden boven het kookveld uit.
De onderste lijn van de boormal komt overeen met de onderkant van de
afzuigkap. Denk eraan dat de afzuigkap minstens 650 mm boven de kook-
plaat moet worden gemonteerd.
– Markeer de boorgaten voor de muurhaak.
– De schouwophanging met de
schroeven (E) op een breedte van
260 mm instellen.
– Markeer de boorgaten voor de sc-
houwophanging in het midden boven
de boorgaten van de muurhaak. De
schouwophanging moet daarvoor op
de voorziene plaats worden gehouden.
Afzuigkap en schouwophanging aanbrengen
– Gaten voor de muurhouder met ∅ 8 boren en pluggen inzetten.
– Muurhouder met de muurschroeven
bevestigen. De ingekerfde driehoek in
de houder moet op de gemarkeerde
middellijn zitten.
– Afzuigkap inhangen. De ingekerfde
driehoek in de ophanging moet pre-
cies op de middellijn worden gepla-
atst.
– Met de stelschroeven de afzuigkap
precies horizontaal uitlijnen.
36
– Vier boorgaten voor de borgschroeven markeren.
– Afzuigkap weer afnemen.
– Boorgaten voor de borgschroeven
met ∅ 8 boren en pluggen inzetten.
– Gaten voor de schouwophanging
boren.
– De schouwophanging met de afdek-
king naar boven met muurschroeven
en pluggen bevestigen. De haken di-
rect onder het plafond moteren zodat
de schouwschouw tot tegen het pla-
fond komt.
Alternatief: aan de haakafdekkingen
aan het plafond vastschroeven.
– Afzuigkap weer inhangen en in het midden uitlijnen.
– Borgschroeven vastdraaien.
Eventueel moet u voor deze stap
de schakeleenheid losschroeven
om de borgschroeven te kunnen
vastdraaien.
– De beide andere schroeven van
de schakeleenheid vastdraaien.
Alleen recirculatie: circulatielucht-omleiding en
luchtafvoer aanbrengen
– De circulatielucht-omleiding met
schroeven aan het bovenstuk van de
schoorsteen vastschroeven, zodat
de openingen van de circulatielucht-
omleiding ter hoogte van de ventila-
tiespleten zitten. De open kant van
de circulatielucht-omleiding moet
aan de schoorsteen liggen.
– Het meegeleverde reductiestuk
op de motoropening steken.
– Reductiestuk en circulatielucht-omleiding met een luchtafvoerleiding
(∅ 125 mm) verbinden.
Alleen luchtafvoer: luchtafvoer bevestigen
– Luchtafvoerleiding (∅ 150 mm) aan de ventilatoropening bevestigen.
– Luchtafvoerleiding met de afvoeropening in de muur of het plafond verbin-
den.
TKD 988.1 G61
Advertenties
Inhoudsopgave
