worden.
26) Verwijder sneeuw en ijs van de steiger alvorens te starten met werken. Indien nodig strooi zand op de werkplatformen tegen
wegglijden.
27) Gebruik geen hamers of andere gereedschappen om de onderdelen weer werkend te krijgen.
28) Respecteer de nationale regels van het land waarin de steiger gebruikt wordt.
29) Indien de steiger niet gebruikt wordt dient deze verankerd te worden. Neem de gepaste maatregelen zodat onbevoegde personen
de steiger niet kunnen beklimmen.
30) Respecteer de toegestane verticale en horizontale belastingen. Bij overschrijding van de maximaal toegestane belastingen kan de
steiger kantelen.
De (de)montage dient steeds te gebeuren door 2 personen, die vertrouwd zijn met deze handleiding. Draag steeds
veiligheidshandschoenen, helm en veiligheidsschoenen.
Vooraleer te beginnen met de montage dienen alle onderdelen op deugdelijkheid te worden gecontroleerd.
Beschadigde of defecte onderdelen dienen vervangen te worden door uitsluitend originele Kelfort onderdelen.
Maak steeds gebruik van een life-line of werk onafhankelijk van de steiger voor de opbouw ervan. Indien dit niet mogelijk is kan u steeds
een montageplatform gebruiken.
vervolgens 2 (3827) of 4 (3828) diagonaal schoren in kruisverband per sectie tussen de 2de en de 6
mogelijk tegen de staander aan. Na het monteren steeds verifiëren of de klemmen van de klauwen goed gesloten zijn. Plaats vervolgens
platformen bovenaan deze sectie over de volledige breedte van de steiger en vergrendel handmatig de opwaai beveiliging onderaan één
van de haken van het platform. Bij een brede steiger dienen de platformen goed aan elkaar aan te sluiten. Zorg ervoor dat minstens 1 van
de platformen over een doorgangsluik beschikt.
4) B - Indien de gewenste werkvloerhoogte nog niet bereikt is monteer de volgende opbouwframes. Bevestig onmiddellijk geschikte
de
leuningen tussen de 2
en de 4
worden. Na het monteren steeds verifiëren of de klemmen van de klauwen goed gesloten zijn. Plaats vervolgens 2 (3827) of 4 (3828)
diagonaal schoren in kruisverband per sectie tussen de 2de en de 6
het monteren steeds verifiëren of de klemmen van de klauwen goed gesloten zijn.
Indien nodig herhaal 5A en 5B totdat de gewenste werkvloerhoogte bereikt is.
Kelfort handleiding rolsteiger EN 1004 mei 2008 versie 7
Montage richtlijnen
1) De ondergrond waarop de steiger gemonteerd wordt, moet vlak en
draagkrachtig zijn en vrij van obstakels. De rem van de zwenkwielen moet
opgezet worden en de spindels volledig ingedraaid. Vervolgens de
wielstaanders in de opbouwframes monteren..
2) Monteer 2 horizontale schoren op de onderste sport van de frames.
Plaats vervolgens 2 (3827) of 4 (3828) diagonaal schoren in kruisverband
tussen de 1
mogelijk tegen de staander van het opbouwframe. Na het monteren steeds
verifiëren of de klemmen van de klauwen goed gesloten zijn. De afstand
van de grond tot de eerste sport van het opbouwframe mag maximaal 40cm
bedragen. Voorzie dan ook steeds ofwel een platform op de onderste sport
of een opstapbeugel. Indien u een platform gebruikt dienen de diagonale
schoren tussen de 2
de grond tot aan het platform mag dan maximaal 60cm bedragen. Indien u
opteert voor een opstapbeugel dient deze steeds aan de binnenzijde van de
steiger bevestigt te worden en dit aan de 2
De opstapbeugel mag niet op de grond rusten.
Zet vervolgens de basissectie waterpas. Dit dient te gebeuren door het
uitdraaien van de spindels d.m.v. de stelmoer. De maximale scheefstand
bedraagt 1%. Gebruik voor het vertikaal stellen van de rolsteiger een
waterpas. Plaats de waterpas op een sport van het opbouwframe en in de
langs richting op een platform. Rolsteigers die tegen een gevel staan mogen
licht naar de gevel hellen.
3) Driehoekstabilisatoren plaatsen.
Zorg ervoor dat u steeds de correcte stabilisator gebruikt. Zie Tabel 1
Samenstellingstabel. Monteer de stabilisator met de bovenste klauw juist
onder een sport (tegen het verschuiven) en zorg ervoor dat de stabilisator
stevig op de grond staat. De stabilisator dient op 70° tov de lengteas van de
steiger geplaatst te worden weg van de steiger. Bij een vrijstaande steiger
of tijdens het verrollen dient u op elke hoek van de steiger een stabilisator te
plaatsen (4 in totaal). Bij een steiger die drukt tegen de gevel dient u op
elke vrijstaande hoek van de steiger , indien de steiger verankerd is aan het
gebouw, een stabilisator te plaatsen onder een hoek van 70° met de
lengteas.(2in totaal). Indien u niet verankerd dient u te werken met 4
stabilisatoren waarvan deze tegen de gevel evenwijdig met de gevel staan
en de andere 2 onder een hoek van 70° met de lengteas. De vleugelmoeren
van de klauwen met handkracht aandraaien. De dwarsverbinding van de
stabilisator zo horizontaal mogelijk verbinden met het opbouwframe. Zorg
ervoor dat de stabilisator rust op een voldoende stevige ondergrond. Indien
nodig verstevigingsplaten van min 30cmx30cm gebruiken.
Indien u de steiger opbouwt op een gladde ondergrond of men het risico
loopt dat de stabilisatoren kunnen weggeduwd worden, dient u deze op een
doeltreffende manier te fixeren of de nodige maatregelen te nemen dat men
de stabilisatoren niet kan wegduwen of de ganse steiger niet kan
verdraaien.
4) A -Plaats vervolgens de volgende opbouwframes . Vergrendel de
opbouwframes door de bijgeleverde borgpennen in het onderste borggat te
steken. Verifieer of deze volledig doorsteken en klik de borging op. Plaats
de
sport van op het platform te tellen. De leuning dient van binnen naar buiten op de staander geklemd te
ste
de
en de 5
sport van het frame. Monteer de schoren zo dicht
de
de
en de 6
sport bevestigt te worden, de afstand van
de
sport van het frame zo dicht mogelijk tegen de staander aan. Na
de
sport van onderaan te tellen.
de
sport van het frame zo dicht
- 3 -