8. Storingen worden in het rood weergegeven
De weergave Frostalarm (vorstbeveiliging) verschijnt als de temperatuur van de aangevoerde lucht onder
ca.7 °C daalt op de optionele vorstbeveiligingsthermostaat. De ventilatoren worden uitgeschakeld en de opti-
onele magneetklep wordt geopend.
Deze functie heeft altijd voorrang!
Foutbericht annuleren
Als het risico van bevriezing is geweken, wordt het foutbericht automatisch geannuleerd en wordt de normale
werking van de luchtgordijninstallatie hervat.
De weergave Motortemperatur (motortemperatuur) verschijnt als de temperatuurcontrole wordt geactiveerd
(ventilatormotoren). Het betreffende luchtgordijn wordt buiten werking gesteld.
De installatie moet worden nagekeken (neem contact op met een gespecialiseerd installatiebedrijf).
Foutbericht annuleren
Druk op de toets Mode (weergave PGM Mode). Selecteer de optie Quittierung (annuleren) met de multi-
functionele draaiknop (de tekstkleur verandert van oranje in zwart). Druk op de knop om de selectie te beves-
tigen.
9. Bijzonderheden
Met de GTM II E-besturing kunnen maximaal 10 luchtgordijninstallaties worden beheerd met één bedienings-
paneel. Hiervoor is elke printplaat voorzien van een coderingsschakelaar. De codering luidt:
0= MASTER, 1 - 9 = SLAVE.
LET OP: gebruik voor twee installaties nooit dezelfde codering.
In geval van storing wordt het foutbericht gegenereerd als verzamelstoring in de MASTER-installatie.
Bij Motortemperatur (motortemperatuur) wordt alleen de defecte installatie buiten werking gesteld.
Als de installatie wordt ingeschakeld, moeten eerst de slave-installaties van voeding worden voorzien.
Potentiaalvrij-berichten
Functieberichten en storingsberichten zijn op de printplaat beschikbaar in de vorm van omschakelaars.
Abmessung 70 x 70 x 27 mm
10. Problemen oplossen
Fout
Weergave
Installatie werkt niet
Display uit
Keine freigabe
(geen vrijgave)
Sensor defekt
(sensor defect)
Onvoldoende luchtstroom-
Motortemperatur
snelheid
(motortemperatuur)
Filterlevensduur
Geen verwarming
ÜT - Ventilation
(oververhitting -
ventilatie)
com error
(communicatiefout)
In geval van storing moet de luchtgordijninstallatie worden gereset. Schakel de stroom van de gehele installa-
tie uit. Wacht 10 seconden en schakel de installatie weer in (zie ook punt 9).
Als in de programmeermodus (PRG Mode) meer dan 60 seconden geen
invoer volgt, wordt de modus automatisch beëindigd.
Temperatuursensor
Om ervoor te zorgen dat de sensor zo min mogelijk wordt beïnvloed door
elektromagnetische straling moet de kabel apart worden gelegd en zo kort
mogelijk zijn (max. 15 m).
In ongunstige situaties, of bij afwijkende kabellengtes (max. 20 m) moet
de sensorkabel worden afgeschermd.
Mogelijk oorzaken
Oplossing
Geen netvoeding
Netvoeding inschakelen
Niet ingeschakeld
Installatie inschakelen
Storing in DDC-vrijgave
zie punt 7
Temperatuursensor is defect
Sensor vervangen
Kabelbreuk
Kabel vervangen
Kortsluiting
Kortsluiting verhelpen
Ventilator defect
Ventilator vervangen (zie punt 8)
Luchtaanvoerrooster vuil
Luchtaanvoerrooster reinigen
Luchtaanvoerrooster vuil
Luchtaanvoerrooster reinigen (zie punt 7)
Verwarming is niet ingeschakeld
Verwarming inschakelen (zie punt 1)
Installatie is oververhit
Luchtaanvoerrooster reinigen
Reset uitvoeren
Luchtaanvoerrooster vuil
Fout in dataoverdracht
Reset uitvoeren
4