3. INSTALLATIE
3.1 Installatie benodigheden
Om de Atlas omvormer aan te sluiten zijn twee kabels
(35 mm, van maximaal 6 meter lengte) met accuklemmen
nodig.
3.2 Plaats
Installeer de omvormer in een droge en goed geventileerde
ruimte.
Opgelet: Bij hoge omgevingstemperatuur zal het te leveren
vermogen afnemen, het rendement lager zijn en de
levensduur korter zijn (zie specificaties).
De Atlas 24/2500 is geschikt voor montage aan de wand of op
een horizontaal vlak. Let op voldoende ventilatie met het oog
op de geforceerde koeling en de warmte welke geproduceerd
wordt door het continue vermogen. Let er op dat na installatie
van de omvormer de binnenzijde (vanaf de voorzijde) goed
bereikbaar blijft. Zorg dat de afstand tussen de Atlas 24/2500
en de accu zo kort mogelijk is.
3.3 Het aansluiten
3.3.1 Aarde-aansluiting
De aarde-draad van het stroomnet wordt verbonden met de
afb 1.
3.3.2 230 Volt
De apparatuur aan de 230 Volt uitgang kunnen met een drie-
aderige kabel worden aangesloten, zie afbeelding 2. Gebruik
een drie-aderige kabel met een soepele kern voor de aansluit-
ing. Een aderdoorsnede van 6 mm is voldoende.
De uitgangs-stroom wordt beperkt tot 30 Ampère. Hierdoor is
het niet nodig om een zekering in de 230 Volt omvormer in-
stallatie op te nemen.
victron energie
aarde van de AC-output klemmenblok. Deze verbind-
ing is alleen functioneel wanneer de behuizing met
de aarde verbonden is. De behuizing heeft een aard-
schroef M5 in de bodem (zie afbeelding 1). Verbind
deze behuizings-aarde met aarde. Dit is bij schepen
de scheepshuid of de aardplaat en bij auto's het chas-
sis.
De omvormer beschadigt wanneer op de
230 Volt uitgang een andere wisselspanning
wordt gezet. (bv. van een generator).
aansluiting
ac
gebruiksaanwijzing
pagina 31