De brander BG 2000-S is uitgerust met een gasklep – venturi, de
branderautomaat, een ventilator, een branderstaaf, ontstekings-
elektrode en een ionisatiepen.
CONTROLE VAN HET GASMENGSEL
De ventilator zuigt de lucht via de venturi aan. Hierdoor anstaat
een onderdruk (P1) in de venturi. De regelaar van de gasklep gaat
vervolgens reageren om een verschil in stand te houden gelijk aan
de regeling van de offset tussen de druk aan de uitgang van de
gasklep (P2) en de atmosferische druk (P3): P2 - P3 = offset.
Als het luchtdebiet vermindert, verhoogt P1; hetzelfde geldt voor P2;
men heeft dus P2 > P3; de regelaar R wordt naar boven verplaatst
zodat de gelijkheid P2- offset = P3 hersteld wordt; de druk P4
vermindert en het ventiel C verplaatst zich naar beneden: het
gasdebiet vermindert.
Men heeft dus, op de regeling van de offset na, een verhouding van
luchtdruk – gas gelijk aan 1 en dit ongeacht de rotatiestnelheid van
de ventilator.
Het drukverschil tussen de venturi en de uitgang van de gasklep leidt
vervolgens tot een aanzuiging van gas doorheen de venturi.
De regelschroef van het gasdebiet laat toe om de hoeveelheid
te injecteren gas voor een bepaald luchtdebiet te regelen. Dit zal
bepalend zijn voor het % CO
eenvoudig om een vermogen te regelen door de rotatiestnelheid
van de ventilator en het CO
2
Principe schema
1
R
C
P3
2
P4
1. Lucht
2. Gas
3. Venturi
4. Ventilator
5. Regelschroef van de offset
6. Regelschroef van het gasdebiet (CO
7. Mengsel lucht - gas
4
WERKINGSPRINCIPE
in de rookgassen. Het is dus bijzonder
2
op bepaalde waarden in te stellen.
P1
3
4
5
6
P2
)
2
A1008858_662Y0600 • C
ONTSTEKING EN VLAMCONTROLE
De branderautomaat waarborgt zowel de ontsteking van de brander,
door de vonken aan de ontstekingselektrode, als de effectieve
aanwezigheid van de vlam door de meting van de ionisatiestroom.
De opstartcyclus is in de onderstaande tabel weergegeven:
Zodra de ketelthermostaat in warmterraag kant, start de ventilator;
na 10 seconden voorbeluchting, wordt de gasklep gelijktijdig
geopend met de ontsteking. Als een ionisatiestroom voldoet binnen
5 seconden, wordt de cyclus normaal voortgezet tot het einde van
de vraag. Indien dit niet het geval is, wordt de gasklep gesloten en
de ventilator stilgelegd. De brander is in storing. Het is vervolgens
nodig om de brander manueel terug in te schakelen (reset) voor een
nieuwe startpoging.
Ontsteking en vlamcontrole
BG 2000-S 25 / 35 / 45 / 55 / 60 / 70
0
5
7
BG 2000-S 100
0
5
Ionisatie
Ontsteking
Opening gasklep
Voorontsteking
Ventilator
Thermostaat
10
15
20
Sec.
Ionisatie
Spark Ontsteking
Opening gasklep
Voorontsteking
Ventilator
Thermostaat
10
15
20
Sec.
NL