• Plaats het apparaat alleen in ruimten waar geen
ontstekingsbron (bijv. open vlammen, ingeschakeld
gastoestel of een elektrische kachel) aanwezig is.
• Plaats het apparaat rechtop en stabiel.
• Voorkom struikelgevaar bij het leggen van het netsnoer,
resp. andere elektrische snoeren, vooral bij het opstellen
van het apparaat middenin een ruimte. Gebruik
snoerbruggen.
• Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uit-/afgerold.
• Houd bij het opstellen van het apparaat voldoende afstand
t.o.v. warmtebronnen.
• Zorg dat gordijnen of andere objecten de luchtstroom niet
hinderen.
• Vooral bij het opstellen van het apparaat in natte
omgevingen, het apparaat in de gebouwinstallatie volgens
de voorschriften afzekeren met een geschikte
aardlekschakelaar (FI-automaat).
Transportgreep verzetten
Afhankelijk van de eisen kunt u de transportgreep horizontaal of
verticaal monteren. Voer voor het verzetten van de
transportgreep de volgende stappen uit aan beide zijden van het
apparaat:
1. Draai de schroeven in positie (13), (15) en (16) los en
verwijder ze.
2. Draai de transportgreep 90° en zet hem in de gewenste
positie op het apparaat.
3. Steek de schroeven van positie (13) en (15) in de
openingen in positie (13) en (16) en draai ze stevig aan.
4. Steek de schroef van positie (16) in de opening in
positie (15) en draai hem stevig aan.
4 0 0
T T K
8
13
14
15
16
4 0 0
T T K
Luchtfilter plaatsen
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter
bij de luchtinlaat!
Zonder luchtfilter vervuild het apparaat inwendig,
hierdoor kan de capaciteit worden verminderd en het
apparaat worden beschadigd.
• Zorg voor het inschakelen dat het luchtfilter is
geïnstalleerd.
Leggen van de condensafvoerslang
Voor langdurig bedrijf of onbewaakte ontvochtiging, moet de
meegeleverde condensafvoerslang worden aangesloten op het
apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 19 mm) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. De condensafvoerslang aansluiten op de
condensslangaansluiting (11) op het apparaat.
2. Zorg dat de condensafvoerslang correct is aangesloten op
het apparaat en niet is beschadigd.
3. Plaats het slanguiteinde van de condensafvoerslang,
afhankelijk van de toepassing, als volgt:
ð Plaats een voldoende gedimensioneerd reservoir (min.
90 liter) naast het apparaat en leg het slanguiteinde hier
in. Controleer regelmatig het vulpeil van het reservoir.
luchtontvochtiger TTK 400
4 0 0
T T K
40 0
TT K
NL