Sluit de wisselklep aan volgens de onderstaande instructies. De
wisselklep moet deel uitmaken van de installatie die is aangetoond in alt. 1
(gemeenschappelijke vloerverwarming/koeling ).
3.9
Terugslagklep, koelcircuit
In de eenheid wordt in de fabriek een terugslagklep voorgemonteerd om
kortsluiting van de fl ow te voorkomen wanneer de koelpomp stationair loopt.
3.10
Terugslagkleppen, hoofdcircuit
koelmediumsysteem
Het apparaat wordt geleverd inclusief een terugslag-/smoorklep (inw.
1" draad), die in het hoofddebiet van het koelmedium moet worden
aangebracht tussen de warmtepomp en de koeleenheid, zie het
aansluitschema. Zorg ervoor dat de klep wordt geïnstalleerd met de juiste
doorstroomrichting; zie de markering op de klep. De klep voorkomt een
kortsluiting van de fl ow wanneer de koelmediumpomp van de warmtepomp
stationair is.
3.11
De koeleenheid ontluchten
Een handmatige ontluchtklep wordt in de koeleenheid gemonteerd op het
hoogste punt van de koude kant. De klep is niet ontworpen om de gehele
koude kant te ontluchten, maar alleen delen van het warmtewisselsysteem.
Zorg ervoor dat de vloeistof die eruit loopt wordt opgevangen en opgeruimd.
Na enkele dagen kan het nodig zijn nog eens te ontluchten/controleren.
3.12
Aansluiten op het
koelmediumsysteem
De koeleenheid is aangesloten op de inkomende en uitgaande
collectorleidingen voor het boorgat. De inkomende vloeistofaansluiting
van de koeleenheid is aangesloten op de koelmediumleiding die van het
boorgat komt, terwijl de uitgaande vloeistofaansluiting aangesloten is
op de koelmediumleiding die naar het boorgat gaat. Vergeet niet om de
terugslagklep te installeren in het hoofdkoelmediumcircuit.
3.13
De leidingen isoleren
De koelmediumleidingen moeten worden geïsoleerd tegen condensatie
helemaal tot aan de kast van de koeleenheid. Gebruik isolatie die is bedoeld
om te beschermen tegen condensatie.
De leidingen van het verwarmingssysteem moeten worden geïsoleerd met
thermische isolatie.
15
CTC EcoComfort