zijn, het douche-/toiletzitje stevig ligt en de
voetsteunen ter zijde of omhooggeklapt zijn.
•
1.
zo dicht mogelijk tegen de
stoel positioneren. Door zich
op beide armleuningen te
steunen, moet de patiënt
langzaam op het gevoerde
zitje gaan zitten.
• Indien dit wegens zijn beperking niet mogelijk is,
moet het verplegingspersoneel ondersteuning
bieden. Indien noodzakelijk, kan het gebruik van
een oprichthulpmiddel of patiëntlift zinvol zijn.
Voorzichtig: gevaar voor vallen!
2.
personentransport moeten zoveel mogelijk het
gehele oppervlak van de rugleuning en de
voetsteunen gebruikt worden.
11.2 Opstaan
• Vóór het opstaan moet erop gelet worden dat een
veilige stand van de stoel tegen wegglijden en
kantelen gewaarborgd is, beide 24"-wielen
geremd zijn, de armleuningen correct vastgeklikt
zijn en de voetsteunen ter zijde of omhooggeklapt
zijn.
• De patiënt moet zover op het zitoppervlak naar
voren schuiven dat de voeten op de grond staan.
•
3.
op de armleuningen steunen
en zich langzaam van het
zitoppervlak opheffen.
•
niet te ver naar voren om
gevaar
voorkomen.
• De patiënt moet zich bij het opstaan door het
verplegingspersoneel laten helpen.
BA-Nr.: 06.07.086/2022-05-A01
REBOTEC /
De patiënt moet zich
•
Vallen
op
zitoppervlak van de stoel
moet voorkomen worden.
De patiënt moet zoveel
mogelijk helemaal op het
stoeloppervlak zitten en niet
slechts op de rand ervan.
•
Zich met de armen
Leun het lichaam
voor
vallen
Voorzichtig: gevaar voor vallen!
4.
11.3 Zwenken van de armleuningen
• Door de vergrendelingsbouten (A) naar buiten te
trekken wordt de vergrendeling gelost en kunnen
de armleuningen naar achteren gezwenkt worden.
• Bij het omhoogklappen van de armleuningen
controleert u of de vergrendeling aan de
het
rugleuning (B) en de vergrendelingsbout (A)
correct vastzitten. Door ze met beide handen te
bedienen kunnen de armleuningen weggedraaid
worden.
• Houd hiervoor tijdens het gehele draaiproces de
vergrendelingsbout (A) uitgetrokken en beweeg de
armleuning met de andere hand aan punt (C).
Bij
Raak hierbij slechts het buitenste gedeelte aan en
tast niet in of door de armleuning.
C
B
A
Voer met regelmatige tussenpozen een
controle van de verkleining uit, aangezien
door
eventuele
vergrendeling stroefheid kan optreden.
11.4 Afnemen van de voetsteunen
• Zitje verwijderen of omhoogklappen. Duw nadien
de voetsteun ca. 100 mm omhoog en draai ze 90
graden naar buiten.
• Nu kunt u de voetsteunen geheel naar boven
schuiven en uittrekken.
11.5 Afnemen van het douche-/toiletzitje
te
• Voor reinigingsdoeleinden of vervanging kan het
zitje uit zijn rooster op het stoelframe verwijderd
worden door het op te heffen.
- 8 -
NL
• De patiënt mag tijdens het
neerzitten of opstaan nooit op
de voetsteunen gaan staan.
kalkafzettingen
op
de